Vivaldi: Bajazet RV 703. Ildebrando d’Arcangelo (Bajazet), Patrizia Ciofi (Idaspe), David Daniels (Tamerlano), Elina Garanca (Andronico), Vivica Genaux (Irene), Marijana Mijanovic (Asteria) met Europa galante o.l.v. Fabio Bondi. Virgin 545.676-2 (2 cd’s, 146’26”). 2004
De geschiedenis van tartaren keizer Timoer Lenk (Tamerlano van toneelschrijver Piovene) en de door hem gevangen genomen Turkse sultan Bajazet vormde aan het begin van de achttiende eeuw een dankbaar gegeven voor Italiaanse componisten: Gasparini wijdde er in 1710 een opera aan, Leo in 1719, Porpora in 1730 en Vivaldi in 1735. Maar het bekendst werd en bleef de onder Italiaanse invloed staande opera Tamerlano van Händel, die in 1724 in Londen in première ging en waarvan een mooie opname met Gardiner bestaat (Erato 2292-45408-2).
Het heeft lang geduurd voordat de muziekwereld en de muziekindustrie na overdreven veel aandacht aan zijn instrumentale werken te hebben geschonken ook interesse gingen tonen voor zijn opera’s. Veel van die werken zijn, bijvoorbeeld door de aandacht die Cecilia Bartoli (Decca 466.569-2) daaraan schonk, fragmentarisch bekend. Maar van Catone in Unica bestaan bijvoorbeeld twee complete opnamen, van Dorilla in tempe, Farnace, Il giustino, L’incoronazione di Dario, Montezuma, l’Olympiade en Ottone in Villa elk eentje.
En nu was het dus de beurt aan Bajazet, een werk dat niet in Venetië, maar in Verona in première ging. De Ottomaanse sultan Bajazet is verslagen en gevangen genomen door de wrede Tartaarse keizer Timoer Lenk, maar weigert zich aan hem te onderwerpen. Timoer wil trouwen met Asteria de dochter van Bajazet en geeft daarvoor graag zijn verloofde Irene, prinses van Trebizonde op, maar Asteria blijft trouw aan haar geliefde Andronicus, als Griekse prins een van Timoers geallieerden. Op het moment dat de uiterst boze Timoer wraak op iedereen zweert, brengt de zelfmoord van Bajazet hem weer bij zinnen en worden alle vroegere relaties hersteld.
Dramatiek te over en Vivaldi wist daar goed raad mee tot in de recitatieven toe en ook het karakteriseren van de dramatis personae lukte hem voortreffelijk. Maar daarbij moet wel worden bedacht, dat dit werk deels een pasticcio is, dat met andere woorden allerlei aria’s zijn ontleend aan andermans werk. Grappig genoeg komen de overwinnaars uit de opera voor rekening van anderen, met name componisten uit de Napolitaanse school als Hasse en Giacomelli, terwijl de overwonnenen door Vivaldi zelf werden behandeld. Nog mooier: de aria ‘Qual guerriero in campo’ van Irene werd oorspronkelijk door Riccardo Broschi geschreven voor de beroemde castraat Farinelli.
Voor de uitvoering van het werk past voornamelijk lof. De uitwerking van het orkestaandeel is uitermate stijlvol en levendig dankzij de op dit gebied heel ervaren Biondi. David Daniels, een der beste huidige countertenors heeft een heel fraai timbre, maar hij weet als Timoer ook de boosheid en de wreedheid te uiten. Alleen Ildebrando d’Arcangelo vult de titelrol niet dramatisch genoeg in. Mariana Mijanovic is een treffende, waardige Asteria, Elina Garanca lukt het heel goed om de zwakte en de besluiteloosheid van Andronicus te uiten, Vivica Genaux is een virtuoze, pakkende Irene en Patrizia Ciofi een goed gekarakteriseerde Idaspe, Andronico’s vriend.
Goeder gewoonte bij dergelijke grotere Virgin projecten is ook hier een dvd-v bijgevoegd met daarop een half uur interessante flitsen van de voorbereiding en de opname.