Vivaldi: Cantates ‘Che giova il sospirar’ RV 679, ‘La farfaletta s’aggira al lune’ RV 660, ‘Se ben vivono senz’alma’ RV 664, ‘All’ombra il sospetto’ RV 678; Fagotconcert in e RV 484; Fluitconcert in c RV 441. Tone Wik (s), Torun Kirby Torbo (fl) en Per Hannisdal (fg) met Barokkannere. 2L56 SACD (64’15”). 2008
De orkestrale werken, concerten en instrumentale stukken van Vivaldi mogen dan redelijk afgegraasd zijn door de muziekindustrie en ook de opera’s zijn redelijk vertegenwoordigd. Maar afgezien van de Gloria’s en een paar andere vocale werken valt met name op cantategebied nog veel te ontdekken. Daartoe wordt hier onder de verzameltitel Bellezza crudel een aardige aanzet gegeven. Een initiatief waaruit blijkt dat men ook in Noorwegen goed raad weet met een stilistisch goed verantwoorde wijze om met ‘Oude Italianen’ om te gaan.
Het uitvoerend ensemble is beknopt en het is daarbij opvallend dat niet steeds alle instrumentalisten worden ingezet: klein en compact is de mode. Het ontbreekt ook niet aan een licht klinkend klavecimbel, een theorbe en een barokgitaar.
Sopraan Tone Wik beschikt over een lichte, ietwat kinderlijk klinkende en instrumentaal gevoerde, vrijwel vibratoloze onschuldige stem (type Emma Kirkby, Catherine Bott) die best passend is voor de cantates die vermoedelijk voor de Venetiaanse weesmeisjes die de componist onder zijn muzikale hoede had. Ter wille van wat nuttige afwisseling zijn een fluit- en een fagotconcert – ook levendig gespeeld – ondergeschoven.