CD Recensies

VIVALDI: OPERA ARIA'S

Vivaldi: Opera aria’s uit Dorilla in tempé RV 709, Griselda RV 718, L’Orlando finto pazzo RV 727, La fida ninfa RV 714, Il giustino RV 717, L’Olimpiade RV 725, Farnace RV 711, Bajazet RV 703 en Teuzzone RV 736. Cecilia Bartoli (mezzosopraan), het Schönbergkoor en Il giardino armonico o.l.v. Giovanni Antonini. Decca 466.569-2 (66’41”). 1999

 

In 1994 kwamen Emma Kirkby en Liliana Mazzari met het Brandenburg Consort al met een mooie cd vol opera aria’s en sinfonia’s van Vivaldi (Hyperion CDA 66745), maar wat Bartoli hier te bieden heeft is nog veel aantrekkelijker en sprankelender. De Vivaldi die algemeen bekend is, is de componist van instrumentale werken. Dat hij ook nog eens zo’n negentig opera’s schreef waarvan slechts twintig overleefden en er maar eentje officieel is gepubliceerd, is minder bekend.

Bartoli ging op zoek naar meer materiaal in de kluizen van de Turijnse nationale bibliotheek en verrast ons hier met een kleurig boeket aria’s die soms een feest der herkenning betekenen. Net als heel wat andere barokcomponisten recyclede ook Vivaldi namelijk wel eigen werk. Het is dus niet zo verwonderlijk dat meteen de aria ‘Dell’aura al sussurar’ uit Dorilla in tempe met ondersteuning van nimfen en herders uit het Schönberg koor ons terugbrengt naar de ‘lente’ uit De vier jaargetijden. De ‘winter’ daaruit doet zijn herintrede in de ijzige aria ‘Gelido in ogni vena’ uit Farnace.

Storm, begeleid door terecht wat rauw klinkende koperblazers, raast in ‘Dopo un’orrida procella’ uit Griselda, een aria die alle mogelijkheden biedt om Bartoli’s gefluisterde coloraturen, haar vlammende hoge register en een holle borststem te laten horen. Haar veelzijdigheid demonstreert ze verder in ‘Anch’il mar’ en ‘Zeffiretti, che sussurrate uit respectievelijk Bajazet en Teuzzone.

Dat het hele recital met een puur plezier wordt afgewerkt en dat het ensemble met flageoletten, pizzicati en al ideaal begeleidt, maakt deze opname extra begerenswaardig.