Vivaldi: Il quattro staggioni op. 8 nr. 1-4; Piazzolla: Las cuatro estaciones porteñas. Lara St. John met het Simón Bolívar jeugdorkest o.l.v. Eduardo Marturet. Ancalagon ANC 134 (64’19”). 2008
Barokmuziek verenigd met de tangowereld dankzij de mooie Piazzolla bewerking uit 1999 van Leonid Desyatnikov. In 1999 werd wat Piazzolla betreft de spits afgebeten door een kamerorkest uit Toulouse onder Alain Moglia (Capricco 10872), maar de eerste keer dat iemand op de gedachte kwam om deze twee composities die twee werelden samenbrengt en het noordelijk en het zuidelijk halfrond verenigt, komt van Gidon Kremer (Nonesuch 7559-79568-2). Recentelijk was er ook nog zo’n gecombineerde uitgave uit 2010 van het Schots ensemble o.l.v. Jonathan Morton (Signum SIGCD 321). Daar tussenin ontstond de onderhavige opname in Caracas met het enthousiaste en heel competente jeugdorkest dat we beter kennen wanneer het onder de leiding van Dudamel optreedt.
De vertolkingen ademen de sfeer van een echte gebeurtenis. De Venezolaanse strijkers zorgen voor een licht en transparant geluid bij Vivaldi en Lara St. John lijkt hierdoor met haar lichte, wendbare en heldere toon door geïnspireerd. Zo mankeert het niet aan sfeer en karakter. De spanning wordt erin gehouden, met name in de finale van ‘De lente’ en gedurende de plensregen in ‘De zomer’ en de stormen in ‘De winter’. Sfeer genoeg in dit waarschijnlijk briljantste stuk programmamuziek uit de barok.
Piazzolla klinkt van alle betrokkenen terecht wat forser, flinker. Er wordt soms iets van gevaar van dreiging gesuggereerd en elders krijgen de romantische langzamer delen meer het gewenste soort louche warmte mee. Men hoort dat deze muziek evenzeer Buenos Aires in 1969 suggereert als het werk van Vivaldi het Venetië van 1724.
Deze uitgave kan het behoorlijk opnemen tegen de Nonesuch uitgave en overklast die van Signum.