CD Recensies

VIVALDI: MONTEZUMA, MALGOIRE, CURTIS

 

Vivaldi: Montezuma RV 723. Dominique Visse, Daniëlle Borst, Isabelle Poulenard, Nicolas Rivenq, Brigitte Balleys en Luis Masson met La grande écurie et la chambre du roy o.l.v. Jean-Claude Malgoire. Astrée E 8501 (2 cd’s, 2u 14’37”). 1991

 

Idem. Vito Priante, Marijana Mijanovic, Roberta Invernizzi, Maite Beaumont, Romina Basso en Inga Kalna met Il complesso barocco o.l.v. Alan Curtis. Archiv 477.5996 (3 cd’s, 3u 11’). 2005

 

De geschiedenis van Vivaldi’s Montezuma in nogal complex. Men wist van het bestaan van Vivaldi’s enige opera (uit 1733) die speelt in de Nieuwe Wereld, maar compleet materiaal daarvan was niet voorhanden. Daarom flanste Malgoire in 1991 zijn eigen versie in pasticcio vorm in elkaar met gebruikmaking van allerlei muziekfragmenten die volgens hem pasten bij het wel overgeleverde libretto van Luigi Giusti.

Tien jaar later kreeg de Berliner Singakademie een collectie muziekmanuscripten uit Rusland waarin musicoloog Stefen Voss het leeuwendeel van de bijbehorende muziek aantrof, Het betreft 17 van de 28 nummers met een volledige tweede akte en de belangrijkste aria’s uit de eerste en derde akte. Met de hulp van musicoloog en violist Alessandro Ciccolini die onder meer voor passende recitatieven zorgde, werd het ontbrekende gereconstrueerd. Inderdaad is nu voor eenheid en continuïteit gezorgd.

Wat zo tot stand kwam is een kernachtig, viriel werk vol van de inventiviteit die we van Vivaldi verwachten. Malgoire had wel het voordeel om over heel goede, bekende solisten te beschikken. De  onbekende, jonge solisten en Il complesso barocco onder Alan Curtis brengen de opera op heel levendige wijze tot klinken en Malgoire wordt in haast alle opzichten naar het tweede plan verwezen. Zeker de bariton Vito Priante in de titelrol en de Spaanse mezzo Maite Beaumont als Fernando (= Hernando Cortes) weten heel goed raad met hun heethoofdige rollen de vaak lastige vocale acrobatiek die van hen wordt verlangd. Verder horen we een virtuoze Inga Kalna als de Mexicaanse generaal Asprano en de voortreffelijke Roberta Invernezzi als Montezumi’s ongelukkige dochter Teutiele en een gedegen Romina Basso als haar minnaar, tevens Fernando’s broer Ramiro. Bij Marijana Mijanovic (Mitrena, Montezuma’s echtgenote) wordt een licht gebrek aan coloraturen gecompenseerd door vaak nobele expressie. Daarbij karakteriseren ze allen hun opgelegde persoonlijkheden erg duidelijk. Dat is belangrijk omdat het werk – zoals de meeste soortgenoten uit die tijd – nogal statisch van aard is. Wees dus voorbereid op veel lange recitatieven (tot wel 10 minuten lengte) Een hoogtepunt is de strijd tussen Montezuma en Fernando in de tweede akte, ondersteund door fraai klinkende ongeventileerde trompetten en hoorns.