CD Recensies

VERDI: SIMON BOCCANEGRA

Verdi: Simon Boccanegra. Pero Cappuccilli (b), Mirella Freni (s), José Carreras (t), Nicolai Ghiaurov (bs), José van Dam (b), Giovanni Foiani (bs) e.a. met het Ensemble van La Scala, Milaan o.l.v. Claudio Abbado. DG 415.692-2,  449.752-2 (2 cd’s, 2u.16’00”). 1977 

 

Verdi: Simon Boccanegra. Renato Bruson (b), Katia Riciarelli (s), Ruggero Raimondi (bs) e.a. met het Ensemble van de Weense Staatsopera o.l.v. Claudio Abbado. RCA 74321-57733-2 (2 cd’s, 2u.14’16”). 1984

 

In Simon Boccanegra onderzoekt Verdi een van zijn geliefdste thema’n, namelijk het conflict tussen het private en het publieke gezicht van heersers. In dit geval is het veertiende eeuwse Genua de arena waarin de handeling zich richt op de strijd tussen de doge Boccanegra die uit een lagere klasse stamt en de hoge edelen vertegenwoordigd door Fiesco met de complicatie dat Boccanegra de vader is van is van Amelia, nu Fiesco’s dochter.

In het begin was deze opera geen groot succes, maar nadat Verdi het werk uit 1857 in 1881 had herzien, benadert het de kwaliteit van de latere opera’s op thema’s die door Shakespeare zijn aangereikt., zeker wat de omvang en de dramatische uitbeelding betreft. Het werk heeft in elk geval een stel prachtige duetten.

Van die oerversie bestaat wel een opname van John Matheson op Opera Rara ORCV 302, maar laten we ons hier maar houden een de traditionele uitgaven.

Met kop en schouders steekt de Scala presentatie van Abbado uit 1977 nog steeds boven de rest uit. Piero Cappuccilli is een doorleefde, treffende doge vol vaderlijke liefde; hij heft niet de minste moeite met lange frasen en Mirella Freni een fris klinkende Amelia, eerder lyrisch dan dramatisch zoals het hoort. De jonge Carreras is een heel goede Gabriele en Ghiaurov een geloofwaardige, wraakzuchtige Fiesco. Erg goed ook Van Dam als met zijn schurkachtige machinaties in de rol van Paolo. Op vloeiende wijze doet Abbado niets tekort aan de dramatiek van de activiteiten en de intriges die volgen op Boccanegra’s benoeming tot doge.

Abbado deed het werk later in Wenen nog eens dunnetjes over, maar haalde niet meer helemaal het eerdere niveau. Een andere uitvoering van Solti met Nucci, Te Kanawa, Burchuladze (Decca 475.7011) blijft ook wat achter.