Villa-Lobos: Gitaarconcert; 12 Études; 5 Préludes. Narciso Yepes met het Londens symfonie orkest o.l.v. Garcia Navarro. DG 423.700-2 (74’11”). 1992
Villa-Lobos was zelf een begaafde gitarist en tijdens zijn verblijf in Parijs in de jaren twintig maakte hij kennis met Segovia en nam veel van diens briljante techniek over. Tevens was hij er getuige van dat de gitaar serieus werd genomen als concertinstrument.
De 12 Études uit 1929 zijn een eerste resultaat van het vruchtbare contact met Segovia en ze fungeren als een soort naslagwerk van waartoe het instrument in staat is wanneer het in goede handen verkeert. Heel wat technieken passeren de revue: glissandi, arpeggio’s, harmonischen. Maar het heel eigen idioom, de heel eigen harmoniek van de componist maakt dat ze zelden als studies klinken.
De 5 Préludes (1940) zijn minder virtuoos, maar emotioneler dan de Études, maar ze behoren wel tot de populairste solostukken van de componist. Het gaat om frisse, verbeeldingsvolle en dichterlijke miniaturen met doorgaans een wat weemoedige inslag.
Het gitaarconcert (1951) werd op verzoek van Segovia geschreven en maakt een minder vlotte indruk dan de direct aansprekende, kleurige concerten van Rodrigo. Er schuilt een wat slome, haast nonchalante aard in de muziek van Villa-Lobos die in de finale haast tot verstikking leidt.
De gloed van Yepes’ spel en de gevarieerde tonen die hij aanslaat passen goed bij deze muziek die men niet te technisch en nuchter mag spelen. Ook Julian Bream (RCA 09026-61604-2)b verstond indertijd die kunst.