CD Recensies

VIVALDI: ESTRO ARMONICO, L'

Vivaldi: L’Estro armonico op. 3. Federico Guglielmo (v) met Arte dell’arco o.l.v. Christopher Hogwood. Chandos Chaconne CHAN 0689 (2 cd’s, 1u. 43’01”). 2002.

 

Vivaldi: L’Estro armonico op.3. Isabelle Longo en Maurzio Naddeo met Europa galante o.l.v. Fabio Biondi. Virgin 545.315-2 (2 cd’s, 1u. 40’). 1997

 

Een van Vivaldi’s tijdgenoten schreef over een concert van de Rode Priester: “Tot besluit improviseerde hij een fantasie die me verblufte want een dergelijk spel had ik nog nooit eerder gehoord en het kan ook nauwelijks worden geëvenaard. Hij speelde met zijn vingers op slechts een haarbreedte van de kam zodat er nauwelijks ruimte was voor de strijkstok. Zo speelde hij op alle vier snaren en dat nog wel met een ongelooflijke snelheid”.

Een dergelijke verbluffende techniek wordt bevestigd in de 12 concerten van L’estro armonico, maar het gaat vanzelfsprekend om veel meer dan om virtuositeit in wat wel terecht de invloedrijkste verzameling vioolconcerten uit het begin van de achttiende eeuw is.

De titel vormt hier de sleutel. Want l’estro betekent ‘inspiratie’ en de onpersoonlijke statigheid van Corelli’s op. 6, het waarschijnlijke precedent voor Vivaldi’s concerten, verbleekt naast deze muziek.

De muziekhistoricus H.C. Robbins Landon beschreef de kwaliteiten van L’estro armonico in de volgende termen: “Freshness, the vigour, the variety and – in the slow movements – the mysterious tenderness” die samen leidden tot “unlike anything pubished before”.

Voor een tweede uitvoering (de eerdere met zijn Academy of ancient music verscheen bij Decca), gebruikte Hogwood een nieuwe uitgave die is gebaseerd op de vroegste gedrukte manuscripten. Hij leidt nu een groepje Italiaanse musici met als maestro al violino Federico Guglielmo. Uiteraard wordt de muziek gespeeld op instrumenten uit de ontstaansperiode. Dat voert tot heel vruchtbare resultaten met slechts één stem per partij waarin in toom gehouden vitaliteit en Italianeske warme gloed mooi samengaan.

Hogwood wordt op de voet gevolgd door een andere heel Italiaanse reeks uitvoeringen van Biondi en zijn fijne ensemble. In derde instantie kan men nog aan Pinnock (Archiv 423.094-2) denken, maar kies tot slot toch liever voor Hogwood…..