Veracini: Adriano in Siria. Sonia Prina (a), Ann Hallenberg (ms), Roberta Invernizzi (s), Lucia Cirillo (ms), Romina Basso (ms), Ugo Guagliardio (bs) met Europa Galante o.l.v. Fabio Biondi. Fra Bernardo FB 1409491 (3 cd’s, 2u. 52’39”). 2014
Hoewel Veracini vooral bekend is als vioolvirtuoos en componist van vioolsonates en –concerten. Maar in zijn latere leven schreef hij tussen 1735 en 1744 ook vier opera’s (Adriano in Siria, La clemenza di Tito, Partenio en Roselinda), alle in zijn Londense tijd toen deze in het Londense King’s Theatre als basis van de Opera of Nobility waarmee het operagezelschap van Händel concurrentie werd aangedaan en dat de belangrijkste solisten, inclusief Farinelli had meegetroond werden opgevoerd.
Bij Adriana in Siria uit 1735 op libretto Metastasio en Cori gaat het drie aktes lang over Adriano/Hardianus (Sonis Prina) die met zijn in het verre Syrië is, hoort dat hij de nieuwe Romeinse keizer is geworden. Zijn voorganger was in oorlog met de Parthen onder koning Osroa (Ugo Guagliardo). Erger was dat Adriano verliefd was op diens dochter Eminera (Roberta Invernizzi) die op haar beurt Farnaspe (Ann Hallenberg) beminde. Als dan ook nog de eigenlijke verloofde van Adriano, Sabina (Romina Basso) onverwacht in Syrië opduikt en de intrigante Idalma (Lucia Cirillo) ook verliefd blijkt te zijn op de keizer is genoeg stof aanwezig voor een complexe opera.
Jammer genoeg restten slechts de aria’s, twee koren en de sinfonia’s van het werk, zodat moest worden gezorgd voor de nodige reconstructie door Holger Schmitt-Hallenberg en Biondi.
Sonia Prina toont haar impulsieve temperament het beste in de woede-aria ‘Tutti nemici e rei’; Romina Basso daarentegen is heel sterk in het uiten van haar zielepijn en vernedering zoals in ‘Numi, se giuste siete’. Fijnzinnig en lyrisch klinkt Roberta Invernizzi in echo-aria ‘Un lampo di speranza’, klaaglijk pathetisch in ‘Prigoniera abbandonata’ en Ugo Guadagliardo is op zijn best in heroïsche aria’s als ‘Se ma piango a morte’ en de wraakaria ‘Sprezza il furor del vento’. Maar de eigenlijke ster onder de solisten is de Zweedse Ann Hallenberg. Kies ‘Amor, dover, rispetto’ of het duet ‘Prendi, o cara, in questo amplesso’ om dat bevestigd te krijgen.
Zo is hier sprake van een muzikaal over de hele linie goed geslaagd project daar ook de begeleiding van Biondi niet alleen heel stijlvol, maar ook vitaal klinkt. Jammer dat het begeleidende boekje nogal onvolledige, deels foute informatie bevat.