Tüür: Architectonics nr. 6; Passion; Illusion; Crystallisatio; Requiem. Talinn kamerorkest en Estlands filharmonisch kamerkoor o.l.v. Tönu Kaljuste. ECM 449.459-2 (64’17”). 1995
Erkki-Sven Tüür (1959) verwierf internationale faam met zijn reeks van tenminste negen kamermuziekstukken Architectonics voor diverse ensembles uit de periode 1990/3. Zeven daarvan zijn opgenomen door het Nydd ensemble (Finlandia 0630-14908-2). Hier krijgen we alleen nr. VI uit 1992, oorspronkelijk voor fluit, klarinet, vibrafoon en strijkkwartet.
Passion (1993) en Illusion (ook 1993) zijn beide voor strijkorkest en volkomen in de geest van de in de Baltische wereld heersende ‘muzikale eenvoud’ à la Pärt.
De titel van deze uitgave luidt Crystallisatio en slaat op een werk uit 1995 voor drie fluiten, klokken, strijkorkest en elektronica dat best complex en zeker niet eenvoudig is. Maar de synthese die de componist tot stand brengt tussen minimalisme en seriële technieken is wel heel boeiend en gelukkig ook best overtuigend. Goed dat dit fascinerende werk hier overtuigend is vastgelegd.
Maar het belangrijkst en waardevolst is het ter nagedachtenis van de dirigent Peeter Lilje in 1993 geschreven, ongeveer een half uur lange Requiem dat een verrassend eigen, passend dodenmis karakter bezit. Een werk dat beklijft en vaker gehoord wil worden. Zeker wanneer het zo mooi wordt vertolkt als hier.