CD Recensies

TCHAIKOVSY: SYMFONIEËN NR. 1-6; MANFRED E.A., PLETNEV 2x

Tchaikovsky: Symfonieën nr.1-6; Manfred symfonie op. 58; Slavische mars op. 31; Festival mars op. 15; Fatum op. 77; Ouverture 1812 op. 49; Romeo en Julia; Francesca da Rimini op. 32; Fantasie ouverture Hamlet op. 67; De Voyevoda op. 78; Capriccio italien op. 45; De storm op. 18. Russisch nationaal orkest o.l.v. Mikhail Plenev. DG 477.8699 (7 cd’s, 8u. 10’00”); Alleen de symfonieën nr. 1-6 DG 449.967-2 (5 cd’s, 4u. 23’10”). 1995 

 

Tchaikovsky: Symfonie nr. 1 in g op. 13 Winterdromen; Slavische mars op. 31. Russisch nationaal orkest o.l.v. Mikhail Pletnev. Pentatone PTC 5186-381 (55’14”). 2011

 

Tchaikovsky: Symfonie nr. 2 in c op. 17 Klein Russische (met extra het oorspronkelijke eerste deel). Russisch nationaal orkest o.l.v. Mikhail Pletnev. Pentatone PTC 5186-382 (48’08”). 2011

 

Tchaikovsky: Symfonie nr. 3 in D op. 29 Poolse; Festival kroningsmars. Russisch nationaal orkest o.l.v. Mikhail Pletnev. Pentatone PTC 5186-383 (52’02”). 2011

 

Tchaikovsky: Symfonie nr. 4 in f op. 36; Fantasie ouverture Romeo en Julia. Russisch nationaal orkest o.l.v. Mikhail Pletnev. Pentatone PTC 5186-384 (60’14”). 2010

 

Tchaikovsky: Symfonie nr. 5 in e op. 64; Francesca da Rimini op. 32. Russisch nationaal orkest o.l.v. Mikhail Pletnev. Pentatone PTC 5186-385 (71’36”). 2010

 

Tchaikovsky: Symfonie nr. 6 in b op. 74 Pathétique; Capriccio italien op. 45.  Russisch nationaal orkest o.l.v. Mikhail Pletnev. Pentatone PTC 5186-386 (62’10”).2010

 

Tchaikovsky: Manfred symfonie op. 58. Russisch nationaal orkest o.l.v. Mikhail Pletnev. Pentatone PTC 5186-387 (59’29”). 2013

 

Tegen de verwachtingen in vond de eerste cyclus van Pletnev op DG niet zo’n gunstig onthaal. Reden waarom hij niet op deze side werd besproken. Maar de herhaling vijftien jaar later met andere, betere opvattingen op Pentatone is zeker de moeite waard en verdient zeker aparte belangstelling.

Wie van een wat afstandelijke, geadelde, emotioneel ingehouden kijk op deze symfonieën zal best plezier beleven aan de DG uitgave met het accent op de on-Slavische, eerder klassieke aspecten van deze werken. De orkestklank is uitgesproken verfijnd en sonoor, het koper nooit schreeuwerig. De klankkleur is in het algemeen erg mooi, maar veel muziek klinkt wat te neutraal en zeker in het laatste drietal ontbreekt het wat aan wisselende spanningen en emotie.

In de nieuwere opnamen wordt minstens zo geconcentreerd gespeeld en dat wordt hoorbaar dankzij de betere SACD opnamekwaliteit. In het algemeen blijkt de emotionele temperatuur ietsje te zijn opgevoerd; tempi zijn niet zelden wat lager (de Manfred duurt dan een kleine zeven minuten langer), maar de formele correctheid bleef vrijwel hetzelfde. Iets meer temperament en een wat grotere spontaniteit hadden meer enthousiasme veroorzaakt. Maar grote waardering over het preciese, kleurige orkestspel is op zijn plaats. Zo onromantisch kan Romeo en Julia niet zijn bedoeld. Daar staan prachtige momenten tegenover, zoals het slot van symfonie nr. 2.

Toch heeft wanneer we het geheel overzien Pletnev de ziel van Tchaikovsky gemist. In de symfonieën 4-6 horen we het tegendeel van wat Mravinsky (DG 419.745-2) destijds debiteerde.

Oordeel zelf en blijf in geval van twijfel bij Jansons (Chandos CHAN 10392, 6 cd’s) of Litton (Virgin 561.893-2, 6 cd’s).