CD Recensies

TIENSUU: VIE; MISSA; FALSE MEMORIES; TANGO LUNAIRE; ASTELETSA E.A.

Tiensuu: Vie: ‘een concert voor orkest’; Missa voor klarinet en orkest; False memories I-III, ‘morfoses voor orkest’. Kari Kriikku met het Helsinki filharmonisch orkest o.l.v. John Storgårds. Ondine ODE 1166-2 (64’34”). 2010

 

Tiensuu: Tango lunaire; Oddjob; Plus nr. 4; Prélude non-mesuré; Beat; Erz, ‘Longing’; Erz, ‘Desire’; Erz, ‘Zeal’; Erz, ‘Swell’; Erz, ‘Forwards’; Rubato; Asteletsa; Tombeau de Beethoven. Mikael Helasvuo (fl), Jan Söderblom (v), Erkki Lahesmaa (vc), Jukka Tiensuu (p), Christopher Sundquist (kl), Mikko Leoma (acc) en het Plus ensemble. Alba ABCD 287 (78’38”). 2008

 

Eind januari voerde het Radio filharmonisch orkest onder Edo de Waard in Amsterdam het bijzondere concert voor de Chinese sheng en orkest Teoton als Tiensuu wereldpremière uit met Wu Wei als solist. Het zal nog wel even duren voordat dit op cd verschijnt, maar intussen zijn er andere opnamen met werken van Tiensuu die het mogelijk maken om met deze bijzondere en heel oorspronkelijke componist bekend te raken.

Nogal frustrerend is dat Tiensuu merkwaardige, vaak heel suggestieve titels aan zijn werken geeft, maar daarbij nooit een nadere verklaring voegt. Alleen heel in het algemeen heeft hij gezegd dat ‘de oude opvatting over muziek als kortste weg naar hogere spirituele sferen’ voor hem altijd een leidraad is.

De  titel Vie van zijn tweede klarinetconcert kan zelfs een dubbele betekenis hebben, vanuit het Frans ‘Leven’, vanuit het Engels ‘Wedijveren’. Dat laatste is meer in overeenstemming met de concertante geest van het ruim 18 minuten durende vitale werk.

Missa kan gelden als het tweede klarinetconcert en heeft een zekere relatie tot de zesdelige mis, maar dan hooguit tot het oorspronkelijke karakter van die delen en niet zozeer tot de religieuze betekenis. De sfeer in ‘Introitus’ is ietwat bang, het ‘Kyrie’ heeft iets smekend-klaaglijks, het ‘Gloria’ klinkt heel geanimeerd met ingewikkelde ritmen en een Kletzmer ondertoon, het ‘Credo’ gaat van aarzelend tot assertief en blijft onopgelost en het kalme ‘Agnus Dei’ biedt troost, vooral door de zangerige inbreng van de klarinet (en de klarinetten uit het orkest).

De ondertitel van False memories, ‘vormverandering’, wijst de weg naar wat in de drie delen gebeurt. In ‘Review’ wordt uitgegaan van sterk gearticuleerde gesyncopeerde ritmen die een ontwikkeling tot een capricieus eind doorlopen; ‘Nostalgie’ is een prachtig zangerig deel zonder duidelijk hoorbare ontwikkeling en ook het getroubleerde ‘Trauma; blijft wat raadselachtig. Maar de muziek ademt wel duidelijk steeds een geest van plezier beleven aan het muziekmaken.

Diezelfde geest tonen de uitvoerenden en zeker de opmerkelijke muzikaliteit en virtuositeit van klarinettist Kriikku verdient lof.

De tweede cd bevat een gevarieerde reeks kortere composities waarin solisten – fluit, klarinet, viool, cello, een accordeon (in Erz) – te pas komen en de componist zelf wat pianobijdragen levert.

Tango blijkt een levendige, misschien wat spottende dansfantasie te zijn, Wrange humor is ook het hoofd bestanddeel van Tombeau de Beethoven waarin klarinet, cello en piano elkaar Beethoven citaten toespelen, tot het coda uit Beethovens vijfde voor solocello aan toe.

Hoofdschotel zijn vijf (van de 14) delen uit Erz voor solo accordeon. Erz werd in 2007 geschreven voor accordeonist Denis Patković om als tussenspel te dienen in diens opname van Bachs Goldbervariaties (Hänssler 98527).

Het strakke Beat voor klarinet, cello en piano vormt een aardig contrast met het fonkelende Rubato dat voor ‘elk willekeur ensemble’ is geschreven, maar hier door fluit, viool en het Plus ensemble wordt uitgevoerd.

Oorspronkelijk was Asteletsa bestemd voor een rondwandelende fagottist, maar wordt hier op basklarinet gespeeld. Alleen het ruimtelijk effect van de dwalende soliste komt minder goed tot zijn recht.

Oddjob voor cello en elektronica en de merkwaardige pianostudie Prélude non-mesuré die normaal acht tot vijftien minuten hoort te duren, is hier door de componist zelf ingekort tot 6’30” zijn ook twee heel kenmerkende stukken.

Tot slot is daar Plus IV waarin inderdaad het Plus ensemble bijna elf minuten aan bod komt. Ook hier is door de bank genomen sprake van hoogwaardige vertolkingen. Beide opnamen klinken ook erg goed, de Ondine net een graadje beter nog.

Samen geven deze twee uitgaven een prachtig beeld van de boeiende Tiensuu.