CD Recensies

TALLIS: LAMENTATIONS OF JEREMIAH E.A.

Tallis: Lamentations of Jeremiah, first and second set; In pace, in idipsum; ‘Commandment responses’, ‘Credo’, ‘Sanctus’, ‘Gloria’ uit Short services; Not every one that sayth unto me; Solemnis urgebat dies, ‘Iam Christus astra ascendat’; Sancte Deus; Dum transsisset Sabbatum; ‘Why bragt’s in malice’ en ‘Come Holy Ghost’ uit Tunes for archbishop Parker’s psalter; Salvator mundi nr. 1; Te Deum. Cardinall’s Music o.l.v. Andrew Carwood. Hyperion CDA 68121 (75’09”). 2014 

 

Vroege meesterwerken van Tallis, zoals de antifoon en mis gebaseerd op Salve intemerata tonen verwantschap met de sterke, vloeiende lijnen van de Italiaanse school. In de volgende eeuw zou de Engelse muziek de wereld voorgaan in het perfectioneren van vormen die elders al hadden gebloeid. Eigenlijk bracht Engeland pas na 1945 weer weer componisten van vergelijkbare statuur en oorspronkelijkheid voort.

Niets van Victoria of Lobo kan zich meten met de beginfrasen van ‘In ieiunnio et fletu qua harmonische verrassingen of de heldere en meedogenloze uitbeelding van hun implicaties in een grootschalig motetschema vol antifonale beurtzangeffecten.

In een postreformatorische cultuur van beschuldigingen en opportunisme bleef Tallis trouw aan het rooms-katholicisme en bleef hij schrijven voor- en waardering krijgen van – vier opeenvolgende vorsten van zeer uiteenlopende religieuze stempel.

Het delicate politieke balanceerwerk is terug te vinden in zijn muziek, van de open progressies tot de verfijnde contrapunten.

Toch ging Tallis’ hart vooral uit naar het Latijnse, katholieke werk en nergens is dat duidelijker dan in de Lamentations of Jeremiah. In een tweedelig schema dat ongewoon breed van opzet is, anticipeert hij op de harmonische noviteiten en bewaart hij zijn vermaarde beheersing van de chromatiek voor de lange melismen op de Hebreeuwse letters die elk deel aankondigen.

Grote koren hebben geen goede reden om ze niet te zingen, maar de Lamentations gaan over een tijd van biecht en en toewijding op kamerniveau, net als de missen van Byrd en met een kleine bezetting als van de negenkoppige Cardinall’s Musick komen de horizontale en veriicale verrukkingen het beste tot  hun recht. Net als de leden van het Hilliard ensemble (ECM 833.308-2) zingen die van Cardinall’s Music Tallis bouwwerk en de overige stukken met verbluffende precisie.