Tartini: Sonates voor viool en b.c. in g B.G 10 op. 1/10 Didone abbandonato, in g B.G 5 Duivelstriller, in A B.A 16 op. 1/13 en in Bes B. B3 Pastorale. Crtomir Siskovic en Luca Ferrini (org./klav.). Dynamic CDS 7744 (50’29”). 2014
Giuseppe Tartini (1692-1770) is bekend en legendarisch als violist, componist en docent van opvolgers als Pietro Nardini. Zijn beroemdste werk ademt een duidelijke zwavelgeur. Het verhaal is bekend: Tartini beweerde in zijn droom bezoek te hebben gehad van de duivel, die, toen hij een viool in handen kreeg een uitzonderlijk mooi stik speelde met verbluffende trillers.
Toen Tartini wakker werd, schreef hij de sonate in g met een echt duivelse triller in de finale. De oude uitgave van deze sonate had een fraaie gravure van de duivel aan het voeteneind van Tartini’s bed. De componist gaf toe dat zijn werk niet zo goed was als wat hij in zijn slaap had gehoord.
Dat is mogelijk de reden waarom Fritz Kreisler in de later populair geworden editie van het stuk de oorspronkelijke finalecadens van Tartini (en de duivel) uitbreidde. Het resultaat is onder violisten altijd populair geweest hoewel het niet paste in de vioolwereld die naar authenticiteit streeft. Maar in die sfeer pasten wel de fraaie uitvoeringen van David Oistrakh (RCA GD 69085), Ida Haendel (Testament SBT 1258) en Felix Ayo (Dynamic CDS 16).
Wie het werk in oorspronkelijke vorm wil horen, kon al heel goed terecht bij Elizabeth Wallfisch (Hyperion CDD 22061, 2 cd’s) en Andrew Manze (Harmonia Mundi HMU 90.7213) die de sonate als solo uitvoert.
Maar ook Crtomir Siskovic en de afwisselend op klavecimbel en kamerorgel begeleidende Luca Ferrini ‘zingt’ de stijlvol versierde sonates heel mooi en biedt met de drie andere sonates – soms voorafgegaan door een kort dichterlijk citaat van Tasso of Metastasio om de titel te verklaren – een goed, minder volledig beeld. Zijn technische begaafdheid is groot en laat ruimte voor heel wat expressieve nuancen.