CD Recensies

TELEMANN: VIOOLCONCERTEN, COMPLEET DEEL I-VI

Deel 1. Telemann: Vioolconcerten in in C TWV. 51/C2, in G TWV. 51/G8, in e TWV. 51/c3, in D TWV. 51/D9, in E TWV.51/E2, in F TWV. 51/F2 en in D TWV 51/D10. CPO 999.900-2 (59’21”). 2002

 

Deel 2. Telemann: Vioolconcerten in C TWV. 51/C3, in g TWV. 51/g1, in b TWV. 51/h2, in b TWV. 51/h2, in G TWV. 61/G7, in a TWV. 51/a2, in Bes TWV. 51/B1, in A TWV 51/A4. Elizabeth Wallfisch met het Orfeo barokorkest. CPO 777.089-2 (64’21”). 2004

 

Deel 3. Telemann: Ouvertures voor viool en strijkorkest in D TWV. 55/D14 en in A TWV. 55/A7’ Concert voor 2 violen in G TWV. 52/G2. Met Susan Carpenter-Jacobs en de Wallfisch band. CPO 777.473-2 (60’42”). 2009

 

Deel 4. Telemann: Ouvertureconcert in G voor viool, 2 hobo’s en strijkorkest TWV. 55/G6; Ouvertureconcerten in E TWV. 56/E3, in g TWV. 56/h7.  Elizabeth Wallfisch met het Orfeo barokorkest. CPO 777.242-2 (60’01”). 2006

 

Deel 5. Telemann: Vioolconcerten in G TWV. 51./G5, in Nes TWV. 51/B2, in F TWV. 51/F3, in A TWV. 51/A3, in fis TWV. TWV. 51/fis1, in e TWV 52/e4 en in A TWV 54/A1. Elizabeth Wallfisch met Wallfisch band. CPO 777.550-2 (58’24”). 2010 

 

Deel 6. Telemann: Sonate voor 2 violen, altviool en cello in A TWV. 40/200; Vioolconcert in a TWV. 51/a1, Suite in F TWV. 55/F13, Ouverture in b TWV. 55/h4. Elizabeth Wallfisch met Wallfisch band.CPO 777.701-2 (62’18”). 2011

 

Elizabeth Wallfisch en CPO houden van een grondige aanpak, wat bij veelschrijver Telemann die zo’n zestig soloconcerten schreef, waarvan minstens twintig vioolconcerten plus een stel van dertig aanverwante dubbelconcerten voor 2 violen en houtblazerssolisten en dan is er ook nog een dertigtal tripelconcerten met  andere bezettingen tot een omvangrijk pakket leidt.

Wie in dit repertoiresegment geïnteresseerd is, mag daar dankbaar voor zijn want de muziek is heel aantrekkelijk en best gevarieerd. We horen de componist hier primair als melodicus in werken die grotendeels naar het vierdelige sonata da camera voorbeeld van Corelli en Vivaldi zijn geschreven, maar haast nog belangrijker de Franse stijl volgen.

Een interessant aspect van deze werken is dat ze niet omwille van een virtuoze showvertoning zijn gecomponeerd. Een grote natuurlijkheid, interessante harmonieën, aantrekkelijke melodieën blijken hier belangrijker te zijn. De relatie tussen solo en tutti is nogal gevarieerd. 

Een interessant detail is dat we in het begeleidende orkest vaak de ‘salterio’ of dulcimer aantreffen.

Elisabeth Wallfisch, doorkneed in de levendige historiserende uitvoeringswijze van barokmuziek is hier een uitmuntende gids. Ze heeft twee daarvoor zeer geschikte ensembles met heel competente andere solisten ter beschikking.

Heel goed wordt deze muziek maar letter en  geest ten gehore gebracht. Een duidelijke voorkeur voor één van de zes cd’s is er niet; ze zijn alle op zichzelf erg de moeite. Nu is het wachten of nog meer uitkomt, net als bij de reeks concerten voor blazers.

Zo wordt grondig en bij herhaling eer betoond aan de creatieve geest van de componist.