Tchaikovsky: De notenkraker op. 71; Symfonie nr. 4 in f op. 36. Mariïnsky theaterorkest St.Petersburg o.l.v. Valery Gergiev. Mariinsky MAR 0593 (2 cd’s, 2u. 09’02”). 2015
In 1998 had Gergiev met wat toen nog het Kirov orkest heette al een een volledig Notenkraker ballet opgenomen (Philips 462.114-2). In 1988 nam hij de vierde symfonie op met het Rotterdams filharmonisch orkest (Rotterdams filharmonisch orkest RPHO 2008-1, 4 cd’s) en in 2002 met het Weens filharmonisch orkest (Philips 475.6196). In die zin lijkt deze uitgave voor de cd verzamelaar dus geheel overbodig. Maar ervan uitgaand dat het bij de Philipsopnamen om een aflopende verkrijgbaar is gaat, is het bezien vanuit de dirigent verklaarbaar dat hij deze werken in eigen beheer wil hebben. Om de Notenkraker op één cd onder te brengen, waren de tempi wel vrij snel. Nu neemt de dirigent een paar minuten extra wat in sommige delen van voordeel is. Van de sprankelende ‘Arabische dans’ maakt hij een hoogtepunt.
Natuurlijk zijn de vertolkingen als geheel ook heel idiomatisch, maar wel enigszins merkwaardig gecombineerd. Want waarom niet ineens logisch een louter balletalbum gemaakt met tevens Doornroosje en Zwanenmeer? Werken die van Gergiev trouwens ook al eerder op Philips verschenen, of de drie laatste symfonieën à la Mravinsky gecombineerd?
Nu zijn die nieuwe opnamen hooguit interessant voor mensen die de verschillen tussen West- en Oost-Europese orkesten (vooral bij de blazers) eens nader willen analyseren.