Tchaikovsky: Strijkkwartetten nr. 1 in D op.11, 2 in F op. 22 en 3 in es op. 30; Kwartetdeel in Bes; Sextet in d op. 70 Souvenir de Florence. Borodin kwartet met Yuri Yurov en Mikhail Milman (Teldec 4509-90422-2, Warner 2564-61774-2 (2 cd’s, 2u. 31’06”). 1993
Tchaikovsky: Strijkkwartetten nr. 1 in D op.11, 2 in F op. 22 en 3 in es op. 30; Sextet in d op. 70 Souvenir de Florence. Borodin kwartet met Genrikh Talalyan (v) en Mstislav Rostropovitch (vc). Melodiya MEL 10.0197-2, Chandos CHAN 9871 (2 cd’s, 1u. 25’35”). 1952-1965
Hoewel Tchaikovsky vooral bekend is om zijn orkestrale werken, verdient zijn kamermuziek veel meer aandacht. In 1871 besloot hij een strijkkwartet te schrijven voor een concert waarin alleen eigen muziek ten gehore werd gebracht en waarvan hij hoopte dat de opbrengst hem in staat moesten stellen verder te gaan met componeren.
Het bleek een goede zet, want wie kan de zeer kenmerkende urgentie en thematische kracht van het doowerkinggedeelte van het kwartet nr. 1 onberoerd laten, of de sombere voorgevoelens uit het andante funèbre van het derde kwartet?
Geen van die kwartetten is een laat werk. Het derde kwartet ontstond enige jaren eerder dan de symfonie nr. 4 en de rigoureuze betogen en meeslepende melodieën lijken vooruit te lopen op de orkestrale meesterwerken en balletten die laten zouden volgen.
De vraag is waarom deze kwartetten, afgezien van het eerste met zijn op gepassioneerde volksmuziek gebaseerde andante cantibile dat Tolstoi tot tranen roerde) en dat in allerlei bewerkingen populair werd en voortleeft, niet bekender zijn.
Het eerste kwartet heeft zelfs nog wat Schubertiaans, maar het tweede en derde kwartet hebben een meer symfonische inslag en zijn rijk aan harmonische botsingen die normaal alleen in de symfonieën voorkomen.
Zelfs kleine details, zoals de snelle ‘geweervuur’ uitwisselingen aan het begin van het allegretto uit nr. 3 suggereren houtblazers (fluiten, hobo’s en klarinetten in paren) terwijl de finales makkelijk hadden kunnen worden overgeplant naar de vroege symfonieën.
Maar om die parallellen te kunnen waarnemen, moet wel worden gezorgd voor goede vertolkingen om die uitdaging aan te gaan en ermee te overtuigen.
Sinds 1952 heeft het Borodin kwartet in verschillende bezettingen dat als haast geen ander gedaan.
De leden spelen steeds op natuurlijke wijze en spontaan, zoals ook heel mooi te horen is in het eerste deel van Souvenir de Florence en dat prachtige moment in het tweede kwartet waar de eerste viool na een moment van geagiteerde virtuositeit kalmeert om dan het hoofdthema van de recapitulatie in te zetten.
Een verdere bijzonderheid van deze opname is dat we een keer kunnen luisteren naar het 13’33” durende losse kwartetdeel in Bes. Het is een heel aansprekend torso, vervuld van de geest van de Russische volksmuziek. Van de beide genoemde integrale studio opnamen is die uit 1993 het volledigst en het beste geslaagd. Maar ook de oudere Melodiya uitgaaf is natuurlijk de moeite.
Er bestaat nog een opname van het Borodin kwartet, nu met Yuri Bashmet en Natalia Gutman (EMI 749.775-2) uit 1978-1980 en er is een dvd opname uit 1987 van de 3 kwartetten (Medici Arts 207229-8).