Tosti: The song of life. O.m. Al bagni di Lucca nr. 1-7; Prime melodie nr. 1-5; Canti populari Abruzzesi nr. 1-15; Pagine d’album nr. 1-5; Plenilunio nr. 1-4; La fille d’O-Tati nr. 1-6. Maura Menghini (s), Valentina Mastrangelo (s), David Sotgiu (t), Nunzio Fazzini (t) Denver Martin-Smith (b), Roberto Ruppo (p), Marco Scolastra (p), Isabella Crisante (p). Brilliant Classsics 95201 (5 cd’s, 5u. 45’04”). 2015
Francesco Paolo Tosti (1846-1916) was een leerling van Mercadente in Napels, woonde eerst in Rome en na 1880 een poos in Engeland waar hij zangleraar van de koninklijke familie was en de titel Sir kreeg. Hij componeerde bergen Italiaanse, Franse en Engelse liederen, waarvan hier in totaal 114 stuks voor verschillende stemmen zijn opgenomen. Hierboven zijn alleen wat bundels vermeld, maar ook populaire losse liederen als ‘A Vucchella’, ‘Addio’, ‘Aprile’, ‘Ideale’, ‘Luna d’Estate’, ‘Marechiate; ‘La mia canzone’, ‘La serenata’ en ‘L’ultima canzone’.
Wanneer zo’n lied tegenwoordig al tijdens een recital wordt gezongen, is het meestal tegen het eind als er behoefte bestaat aan wat lichtere kost. De Romanza da salotto en de Arie da camera waarin Tosti uitblonk, is een typisch fin de siècle genre dat een brug sloeg tussen ernstige en lichte muziek.
Een vijftal over vier stemsoorten verdeelde Italiaanse zangers zet zich met veel animo en expressieve kracht in voor deze soms nogal uitbundig Italiaanse liederenschat waarin de melodische lijnen mooi samenvallen met de poëtische tekst en waardoor deze romances herinneren aan voorbije tijden. De luchtigheid en directheid waarmee de componist tracht te communiceren is onmiskenbaar gerealiseerd als gold het een schilderij van bijvoorbeeld Monet.