Tchaikovsky: Balletsuites Doornroosje op. 66a (bew. Rachmaninov), de Notenkraker op. 71 (bew. Arensky), Zwanenmeer op. 20 (bew. Langer en Debussy). Mari en Momo Kodama. Pentatone PTC 5186-579 (63’28”). 2016

Met hun reducties tot bijna op het geraamte van de die gangbare balletsuites van Tchaikovsky geven de zusjes Kodama een helder inzicht in de fundamenten van deze muziek, die natuurlijk winst aan voor de huiskamer geschikte intimiteit biedt, maar waarbij ook de meeste kleurwerking verloren gaat. Het is dus een beetje appels en peren vergelijken.

Buiten kijf is echter dat de bewerkingen van respectievelijk Rachmaninov, Arensky en Langer/Debussy erg goed zijn. Beter dan wat Nicolas Economou voor zichzelf en Martha Argerich van de Notenkraker maakte (DG 449.816-2).

En aan de persoonlijk klinkende invulling van de allerminst als eeneigige tweeling klinkende Japanse pianist met hun verfijnd/robuuste voordracht valt veel te waarderen. Dit is typisch zo’n uitgave die men naast standaard orkestopnamen als van Karajan (DG 419.175-2), Rostropovitch (DG 449.726-2) of Levine (DG 437.806-2) zou moeten koesteren.