Tishchenko: Symfonie nr. 4 op. 61. Leningrad filharmonisch orkest o.l.v. Gennady Rozhdestvensky. Northern Flowers NF 99117/8 (2 cd’s, 1u. 34’55”). 1978
Tishchenko: Symfonie nr. 5 op. 67. USSR Ministerie van cultuur symfonie orkest o.l.v. Gennady Rozhdestvensky. Olympia OCD 213 (44’38”). 1985
Tishchenko: Symfonie nr. 7 op. 119. Moskou’s filharmonisch orkest o.l.v. Dmitry Yablonsky. Naxos 8.557013 (52’43”). 2002
Tishchenko: Symfonie nr. 8 op. 149; Concert voor piano, viool en strijkorkest op. 144; Liederen op gedichten van Marina Tsvetayeva nr. 1-3 (bew). Nikolai Mazhara (p), Chingiz Osmanov (v), Mila Shkirtil (ms) met het St. Petersburg Staats symfonie orkest o.l.v. Yuri Serov. Naxos 8.573343 (59’51”). 2015
Er wordt wel gezegd dat Boris Ivanovich Tishchenko (1939-2010) de muzikale erfgenaam was van Shostakovitch omdat hij tot diens favoriete leerlingen behoorde. Maar daarmee doet men hem tekort.
Hij overleefde het negenhonderd dagen durende Duitse beleg tijdens W.O. II, en schreef daarover in 1984 nog een symfonie op. 99 met de titel De blokkade kronieken.
Hij studeerde piano en compositie (met Galina Oestvolskaya als een van zijn docenten). Zij bracht hem in contact met Shostakovitch.
In de late jaren vijftig behoorde hij in Leningrad tot een groep jonge kunstenaars waartoe ook Joseph Brodsky (die hem attent maakte op de gedichten van Anna Akhmatova) behoorde, die tijdens de politieke dooiperiode van Chroetsjov wat meer vrijheid kreeg om te experimenteren.
De muziek van Tishchenko heeft weinig gemeen met de klankwereld van Shostakovitch, behalve dat af en toe even een jachtig, sarcastisch thema opduikt, zoals in het eerste deel van Symfonie nr. 7.
Nee, Tishchenko’s muziek bezit een hoge mate aan eigen persoonlijkheid, is redelijk melodieus en behoorlijk toegankelijk. Het is zelfs nogal verfrissend om eind twintigste eeuw een componist te ontmoeten die op heel normale wijze iets te vertellen heeft.
Tussen 1961 en 2009 componeerde hij negen symfonieën, waarvan de laatste – hoe opvallend – onvoltooid werd nagelaten. Daar komen nog vijf intense Dante symfonieën bij.
Symfonie nr. 4 uit 1974 is een merkwaardig werk. De lange compositie is namelijk samengesteld uit 5 afzonderlijke symfonieën: de Sinfona di forza, de Sinfonia di rabba, de Sinfonia di tristezza, de Sinfonia di crudelta en de Sinfonia di risorgimente e tenerezza.
De vijfde symfonie werd in 1976 geschreven ter nagedachtenis aan Shostakovitch.
Symfonie nr. 7 is uit 1994 en nr. 8, een heel mild werk, uit 2010 dat was bedoeld als vervolg op Schuberts Onvoltooide en liefst meteen daarna moet worden uitgevoerd. Met name het tweede deel zit vol met echo’s van dat werk en de duistere finale met een verrassend slot in B is waarschijnlijk een parallel met Schuberts ongeschreven scherzo.
De liederen op tekst van Tsetayeva uit 1970 klinken hier in een mooie orkestratie van Rezetdinov en het dubbelconcert uit 2006 heeft ook weer een mooie melodiek afgezien van de nogal schreeuwerige finale.
Alle uitvoeringen klinken verzorgd en toegewijd, alleen de laatste Naxos schijf laat ook een paar ruwere kantjes horen.
Shostakovitch bewonderaars, leen ook eens uw oor aan Tishchenko.