CD Recensies

TCHAIKOVSKY: KINDERALBUM; PIANOSTUKKEN E.A.

Tchaikovsky: Kinderalbum op. 39 nr. 1-24; Suites Doornroosje op. 66a (bew) en Notenkraker op. 71a (bew). Anna Maikova. Farao B 108058 (74’02”). 2009

 

Tchaikovsky: Pianostukken op. 40 nr. 1-12; Souvenir de Hapsal op. 2 nr. 1-3; Valse scherzo op. 7; Valse scherzo nr. 2 in A; Capriccio in Ges op. 8; Valse caprice op. 4. Mami Shikimori. Naxos 8.573543 (77’26”). 2016 

 

Tchaikovsky: Pianostukken op. 72 nr. 1-18; Chopin: Nocturne in cis op. post. Mikhail Pletnev. DG 477.5387 (69’47”). 2004

 

De 24 stukjes uit het Kinderalbum zijn alle toepasselijke miniaturen, maar ze bezitten een grote charme en hun inventiviteit is vaak opvallend met citaten uit de Russische volksmuziek en zelfs een uit de Franse. Er is ook een korte herinnering aan het Zwanenmeer bij. Anna Maikova kan er zich sympathiek en onopgesmukt in uitleven en voegt daar twee tot een piano gereduceerde bekende balletsuites aan toe.

Anderen koppelden het Kinderalbum aan Schumanns Kinderszenen en Debussy’s Children’s corner zoals Idil Biret (Naxos 8.550885).

Zoals Mozart een hekel had aan zijn Stücke für ein Orgelwerk in einer Uhr KV 594 en voor eine Walze in eine kleine Orgel KV 608 en 616, zo vond Tchaikovsky de vele korte pianostukken die hij schreef ‘onrijp en onbelangrijk’. Pianominiaturen die hij alleen maar voor het ermee te verdienen geld schreef.

Geen wonder dat als pianowerk alleen zijn De seizoenen bredere ingang vond. Maar Mami Shikimori breekt een lans voor de stukjes uit op. 40 en een nuttig stel korte afzonderlijke pianowerken die minder bekend zijn maar waarvan het nuttig is dat ze eens zo goed worden gelucht. Ze speelt deze met de juiste affectie en finesse.

Dat doet ook Mikhail Pletnev voor de stukjes op. 72 die bekoorlijk en beknopt van aard zijn. Minder beknopt dan de Préludes van Chopin of de dwarrelende vlinders van Schumann.Met name laatstgenoemde stond model; nr. 9 draagt zelfs de titel ‘un poco di Schumann’.

Opmerkelijk is nog dat op. 72 uit het sterfjaar van de componist, 1893, dateren maar dat uit niets blijkt dat daarmee afscheid van het leven wordt genomen. Liever heeft Pletnev het over een ‘muzikaal dagboek’ met verwijzingen naar volksmuziek, balletten en meer.

De stukken zijn inventief in melodisch opzicht en vele bezitten een bijzondere pracht. Ze worden met verbluffende, haast transcendentale virtuositeit gespeeld. Om daarvan bij te komen is er als toegift een Nocturne van Chopin.