Tanejev: Pianotrio in D op. 22; Borodin: Pianotrio in D op. post. Delta piano trio. Naxos 8.573561 (63’48”). 2016
Er is een mooie anekdote over Borodin, die primair chemicus was, secundair filantroop en pas in de derde plaats componist. Toen Rimsky-Korsakov hem eens opzocht en vroeg ‘of hij de laatste tijd nog iets had geschreven’, kreeg hij een pamflet over vrouwenkiesrecht te zien, maar niets op muziekgebied.
Het driedelige pianotrio in D uit 1861 geldt als onvoltooid en behoort tot zijn minst bekende werken. Het St. Petersburg trio (Russian Revelation RDCD 10054) en het Moskou’s trio (Brilliant Classics 94712, 3 cd’s) maakten er eerder opnamen van.
Nu is het echter de beurt aan het Nederlandse Delta trio, bestaande uit Gerard Spronk (v), Irene Enzlin (vc) en Vera Kooper (p). Het maakt indruk met een goedverzorgde, veerkrachtige realisatie waarin mooi het geven en nemen van initiatief telkens naar voren komt. De zomerse kwaliteiten van het werk worden zo goed recht gedaan.
Wat Tanejev’s pianotrio was er al van Mikhail Pletnev, Vadim Repin en Lynn Harrell (DG 477.5419), het Borodin trio (Chandos CHAN 8592) en het Barbican pianotrio (Dutton CDSA 6882). Hier is de rivaliteit daarom groter, maar de drie Delta leden die tot op heden alleen met trio’s van Beethoven, Auerbach, Brahms, Shostakovitch en Haydn op YouTube te volgen waren, manifesteren zich nu op hun cd debuut als eveneens heel voorbeeldige interpreten van dit grote vierdelige werk. Een best indrukwekkende prestatie.