Toch: Burleskes op. 31 nr. 1-3; Capriccetti op. 36 nr.1-5; Kleinstadtbilder op. 49 nr.1-14; Pianostukken op. 32 nr. 1-3; Pianosonate op. 47; Tussenligende études op. 57 nr. 1-10; Beginners études’ op.59 nr. 1-10. Anna Magdalena Kokits. Capriccio C 5293 (61’23”). 2016
De van origine Oostenrijkse componist Ernst Toch (1887-1964) behoorde tot de Joodse bannelingen in de V.S. die het in tegenstelling tot bijvoorbeeld Korngold moeilijk vonden erkenning te vinden.
Als autodidact had hij ettelijke prijzen gewonnen en was in Frankfurt pianoleerling van Willy Rehberg. Van 1913 tot 1930 was hij leraar aan de muziekhogeschool in Mannheim en na een verblijf van 1922 tot 1933 in Berlijn verdween hij verstandig naar de V.S. waar hij eveneens doceerde in New York en Los Angeles.
Hij bracht een omvangrijk oeuvre op zijn naam, maar is intussen vrijwel vergeten. Ten onrechte blijkt wanneer we naar het recital van de Weense Anna Magdalena Kokits luisteren.
Door deel te nemen aan een uitvoering van de ‘Fuge aus der Geographie’ voor koor, ‘grammofoonmuziek’ uit 1930, had ze kennis gemaakt het Toch en diens humor. Alleen dat deel overleefde.
Het moederwerk, Gesprochene Musik is een driedelige suite uit het gene ‘grammofoonmuziek’ uit 1930 waarvan tijdenlang alleen die ‘Fuge aus der Geographie’ als Sprechgesang voor sprekend koor overleefde omdat de oorspronkelijke platen verloren gingen.
De tekst daarvan luidt als volgt:
‘Ratibor! Und der Fluß Mississippi und die Stadt Honolulu und der See Titicata; und der Popocatépeti liegt nicht in Kanada, sondern in Mexiko’. Die is opgenomen door het jongerenkoor Aken onder Fritz der Wey (Thorofon CTH 2044). In 2006 werden wel de schetsen voor ‘O-a’ en ‘Ta-tam’ teruggevonden.
Uit dat werk blijkt dat Toch niet alleen heel inventief was en gevoel voor humor had, maar ook dat hij een warmbloedig mens was en geweldig goede muziek schreef. Kokits motivatie werd versterkt nadat ze meewerkte aan een vertolking van diens Cellosonate. Deze is o.m. vastgelegd door Jens Peter Maintz en Jascha Nemtsov (Naxos 8.559716).
Er is wel opgemerkt dat Toch’s muziek is als een kruising tussen Satie en Bartók. Bij nadere kennismaking leren we gauw nog een eigenschap van Toch kennen: zijn bondigheid. Binnen ruim een uur passeren 48 brokjes muziek de revue. Het langste is de eerste Burkeske: 3’23”. Het karakter daarvan bezit haast voortdurend een zekere luchtigheid.
Het minst interessant zijn de Études voor beginners, maar verder is het materiaal charmant en boeiend. Als het dan ook nog zo vol overgave, helder en fraai gearticuleerd, steeds spiritueel wordt gespeeld als hier, is het een feest om naar te luisteren.
Eenmaal op het spoor van deze componist gezet, is het misschien de moeite om ook eens met andere werken van hem kennis te maken.
Een zevental symfonieën is opgenomen door het Berlijns radio symfonie orkest o.l.v. Alun Francis (CPO 999.389-2,999.704-2,999.774-2) en verder het Celloconcert en de Danssuite door Christian Poltera met Spectrum concerts (Naxos 8.559282), terwijl het Verdi kwartet de strijkkwartetten nr. 8 en 9 vastlegde (CPO 999.686-2).
Maar zijn pianowerken, zoals deze uit de periode 1923-1931, zijn helemaal nieuw op cd.