Turina: Pianotrio’s in F (1904), nr. 1 in D op. 35, 2 in b op. 76; Circulo op. 91; Pianokwartet in a op. 67; Pianokwintet op. 1; Pianosextet  Lincoln trio met Ayana Kozasa (va), Jasmine Lin (v), Aurelyn Fort Pederzoli (v), Doyle Armbrust (v). Cedille CDR 900000.150 (2 cd’s, 2u.14’00”). 2014

Samen met Falla, Albeniz en Granados vormde Turina aan het begin van de twintigste eeuw de Grote Vier van de Spaanse muziek. Hij werd in 1882 in Sevilla geboren en hoewel hij op twintigjarige leeftijd verhuisde, bleef die stad hem inspireren.

In veel opzichten was Turina de conventioneelste van het viertal en schreef met name zijn kamermuziek in de traditionele vormen. Dat blijkt uit dit dubbelalbum met de kamermuziek voor strijkers en piano.   

Het opusloze Pianotrio in F is een vroeg vierdelig werk van de 22-jarige met een treffend lyrisch langzaam deel en een uitdagende finale. Het officieel eerste Pianotrio heet ook wel fugatisch trio en bevat een mooi variatiedeel en als geheel een vitaal karakter. Van de trio’s is het kleurige tweede met de ondertitel Circulo het bekendst. Daarva bestaan meerdere opnamen. Van het Beaux Arts trii (Philips 446.684-2), het Arriaga trio (Columna Musica 1CM 0253), het Arbós trio (Naxos 8.555870) en het Solisti trio (Bridge 9296), maar deze overtreft ze omdat alle lyrische en heviger aspecten zo goed worden uitgediept. 

De trend van voortreffelijkheid wordt voortgezet wanneer zich meer strijkers bij het uit Marta Aznavoorian (p), Desiree Ruhstrat (v) en David Cunliffe (vc) bestaande Amerikaanse pianotrio. Dat is opnieuw en steeds een kwestie van net wat extra engagement en temperament. Dat gaat zo ver dat we deze heel geëngageerde en harmonieuze vertolkingen met een gerust goed als maatgevend, als gulden standaard kunnen beschouwen wat de betreffende composities betreft.