Tchaikovsky: Strijkkwartetten nr. 1 in D op. 11, 2 in F op. 22; Kwartetdeel in Bes, Ruskwartet. Et’cetera KTC 1598 (74’36”). 2016
Dat het in 2001 door de ex-studenten Xenia Gamaris en Anna Vanchishina (v), Ksenia Zhuleva (va) en Peter Karetnikov (vc) van het Moskouse Tchaikovsky conservatorium gestichte Ruskwartet voor hun Tchaikovsky programma kiezen van het eerste in plaats van het derde kwartet, is begrijpelijk.
Dat eerste is namelijk het populairste van de drie. Het werd in 1871 geschreven voor een concert met uitsluitend werken van eigen makelij om geld in te zamelen. Het resultaat is een aantrekkelijk vierdelig werk dat bij toerbeurt melodieus, gracieus en onstuimig klinkt.
Het tweede deel is het bekende, op volksmuziek gebaseerde andante cantabile dat ook afzonderlijk in allerlei bewerkingen populair is geworden. Als een heel goed jong ensemble geeft het Ruskwartet een moi grillige en goed gedetailleerde lezing van dit werk; Scherp, elegant en levendig krijgt de mooie melodie uit het langzame deel door de eenvoud van de voordracht alle kans om te schitteren zonder sentimenteel te worden.
Dat het Strijkkwartet nr. 2 en het altijd nog bijna dertien minuten durende losse kwartetdeel met zijn adagio misterioso-allegro con moto-adagio misterioso uit 1865 hierna ook heel mooi tot klinken komen, spreekt haast vanzelf.
Voor vergelijkingen kies het Brodsky kwartet (Challenge CC 72106) het Borodin kwartet (Teldec 4509-90422-2) of het Jerusalem kwartet (EMI 574.349-2).