Tchaikovsky: Pianosonate in G op. 37; De seizoenen op. 37b. Elena Margolina (p) en Boris Hall (spr). Ars Produktion ARS 38.273 (2 cd’s, 1u., 25’32’). 2018

Tchaikovsky’s geringschattende oordeel over zijn eigen pianowerken (‘snel in elkaar geflanste pannenkoeken, slordig opgediend’) wordt hier mooi gelogenstraft door Elena Margolina. Ze pakt de massieve vierdelige Pianosonate uit 1878, waarvan beide begindelen al 25 minuten duren meer risoluto dan rapsodisch aan, realiseert in vlotte tempi allerlei muzikale gebaren en mooie tempo overgangen in een vitale uitvoering van het omvangrijke werk.

Ze heeft deze Sonate, waarvan natuurlijk al heel wat opnamen bestaan, bijvoorbeeld van Richter (Naxos 8.111387), Leonskaja (Teldec 3984-26871-2) en Pletnev (Alto ALC 1343), gekoppeld aan De Seizoenen (1876).

Dat deze in de Russische editie zijn voorzien van korte vijfregelige poëtische epigrammen is misschien minder bekend. In januari gaat het om Au coin de feu (Poesjkin), in februari om Carnaval (Vyazemsky), in maart om Chant de l’alouette (Maykov), in april om Perce-neige (Maykov) in mei om Les nuits de mai (Fet), in juni om Barcarolle (Plescheyev), in juli om Chant du faucheur (Koltsov), in augustus om La moisson (Koltsov), in september om La chasse (Poesjkin/Nulin), in oktober om Chant d’automne (Tolstoi), in november om Troïka (Nekrasov) en in december om Noël (Zhukovsky). De teksten zijn in Wikipedia in Engelse vertaling onder ‘The Seasons’ te vinden. Hier worden ze gesproken door Boris Hall en dat betekent een aardig extraatje van deze nuttige, mooi geslaagde uitgave waarin beide werken met wat bovengemiddelde winst tot klinken komen.