Tchaikovsky: Strijkkwartetten nr. 1 in D op. 11, 2 in F op. 22 en op. posth. in Bes. Rusquartet. Et’cetera KTC 1598 (77’23”). 2017
Xenia Gamaris (v), Anna Yanchishina (v), Ksenia Zhuleva (va) en Peter Karetnikov (vc) vormden in 2001 tijdens of vlak na hun studie in Moskou het Rusquartet dat o.a. in 2016 tijdens het Orlando festival met Alan Kay het Klarinetkwintet van Oscar van Hemel opnam (Et’cetera KTC 1610) heeft zich begrijpelijk ook gewijd aan muziek uit eigen land. Daarvoor koos het Tchaikovsky.
Het bijzondere aan deze cd is, dat niet het Strijkkwartet nr. 3 in Es op. 30, maar het vroege Strijkkwartet in Bes op. post. uit 1865 werd gekozen. Het ondergewaardeerde vroege werk en nr. 2 combineren een bekennende intimiteit met een harmonische dichtheid die lijkt vooruit te lopen op latere wekken (Symfonie nr. 6, de opera Schoppenvrouw).
Hier voert het Rusquartet de emotionele spanning redelijk ver op. Verder weet het ensemble de tegenstrijdigheden van Tchaikovsky ook goed te ontwarren met warm en natuurlijk spel waarin de wisselingen van sfeer en vaart op natuurlijke manier verlopen. Heel mooi is dat te horen in het op een Oekraïns volksliedje gebaseerde langzame deel uit nr. 1 dat we op zichzelf staand beter kennen als Andante cantabile en dat hier in al zijn charmante eenvoud klinkt als kern van het grotere werk. Dat soort sfeer treffen we hier vaker aan, maar het zijn zeker niet alleen de introspectieve momenten die een sterke indruk nalaten in deze vrij epische muziek.
Daarmee plaatst het Rusquartet zich op hetzelfde hoge niveau als dat van de beste alternatieven, teruggaand tot het Borodin kwartet (Teldec 4509-90422-2, Warner 2564-61774-2) en de dames van het Klenke kwartet (Berlin Classics BC 1650-2).