Tchaikovsky: Liturgie van de heilige Johannes Chrystostomus op. 41; Geestelijke koren nr. 1-9. Karlis Rutentals (t) en Gundars Dzilum (bs) c.q. Agnese Urka (s), Agata Burkina (s) en Dace Strautmane (a) met het Lets omroepkoor o.l.v. Sigvards Klava. Ondine ODE 1336-2 (77’07”). 2019
Er schuilt vanaf de eerste responsoria veel kracht en schoonheid in deze uitvoering van de Liturgie. Maar er schuilt ook iets van een gretige ontdekking in deze Letse uitvoering. Dat maakt - in combinatie het de fraaie tempodosering - deze opname bijzonder.
De muziek heeft een dramatische inslag die mogelijk samenhangt met een keerpunt in de Russisch orhodoxe kerkmuziek die rond de ontstaansdatum van dit week 1878 heerste.
Luister maar eens naar he de frase ’Spasi nas’ aan het eind van de tweede antifoon wegsterft, of hoe het daaropvolgende ‘O kom, laat ons vereren’ met de nodige grandeur klinkt. De moeilijk goed te realiseren ‘Cherubijnse hymne’ is een wonder van verstilde heftigheid. Die sfeer keert terug in ‘Anaphora’.
Ook in de opusloze 9 Gewijde, ook wel Kerkelijke genoemde koren uit 1885 wordt heel doorleefd en zeer geheerst gezongen met imposante, haast onderaardse basstemmen. De diverse solisten voegen zich daar goed in. Hooguit missen de door een priester gesproken tekst.
Maar laten we onze zegeningen tellen. Hier ontstond een van de mooiste, zo niet de voorlopig beste opname van de Liturgie, naast die van het Praags kamerkoor o.l.v. Eric Ericson (Orfeo C 127.001A) en het Oekraïns nationaal koor o.l.v. Evgen Savchuk (Brilliant 9233, helaas 5 cd’s).