Tchaikovsky: Notenkraker, De. Sveshnikov jongenskoor en Russisch Staats academie symfonie orkest o.l.v. Vladimir Jurowski. Pentatone PTC 5186-761 (86’25”). 2019
Gek dat na het sneven van de Sovjet Unie nog steeds de naam van het Staats academie symfonie orkest (USSR Staatsorkest) wordt gehandhaafd, Er is nu alleen de naam van Jevgeny Svetlanov aan toegevoegd. Maar los daarvan: prachtig Tchaikovsky’s balletmuziek spelen kan het als de beste, dat bewees Jurowski in 2018 al succesvol met zijn opname van het originele Zwanenmeer (Pentatone PTC 5186-640).
Nu zorgt hij voor alle wenselijke charme en drama in het bekendste en populairste van Tchaikovsky’s drie balletten, De notenkraker. Dat gebeurt op vrij robuuste, maar ook fijnzinnige en vlotte wijze. De muziek krijgt veel zwier en bezit élan.
Het orkestspel voegt daar een typisch Russische smaak aan toe, gelukkig zonder saxofoonachtige hoorns en zure hobo’s zoals vroeger nogal eens het geval was. De precisie en articulatie van de houtblazers - de eerste hobo voorop - in een puur genoegen, de details en de balans laten niets te wensen over. Maar minstens zo belangrijk is het gevoel van affectie, van deelname aan de kinderlijke fantasie en verbazing dat uit deze opvatting spreekt.
Of balletdansers er helemaal gelukkig mee zijn? Gergiev (Philips 462.114-2), Dorati (Philips 442.562-2), Previn (Warner 2959-74893) hebben er een heel geduchte collega bij gekregen. Nu graag gauw ook Doornroosje.