Tsoupaki: Lukas passie (ged.). Marcel Beekman (t), Ioannis Arvanitis (Byzantijns zanger), Raneen Hanna (Oosterse zanger), Harris Labrakis (ney), Neva Ozgen (kemençe), Bassem Alkhouri (qanun) met leden van het Egidius kwartet, het Ioannis Arvanitis Byzantijns koor en het Nieuw Ensemble o.l.v. Ed Spanjaard. Et’ctera KTC 1402 (76’40”). 2008
Bach, J.S.: Lukas Passion BWV. 246 Anh.II/30. Georg Jelden (t., evangelist). Ulrich Schaible (bs., Jezus), Charlotte Lehmann (s), Gudrun Schmid (s), Elisabeth Kunstler (a), Græme Nicolson (t) en Wolfgang Herrlitz (bs)met de Balinger Kantorei en het Collegium Musicum Tübingen o.l.v. Gerhard Rehm. Brilliant Classics 99051 (2 cd’s, 1u., 57’44”). 1982
Volgens de necrologie die C.P.E. Bach aan zijn vader wijdde, schreef deze vijf passiemuzieken: twee versies van de Matthäus Passion BWV. 244b (1727) en BWV. 244 (1736-1742), de Johannes Passion BWV. 245 (1724-1749), de Lukas Passion BWV 246 (ca. 1730) en de Markus Passion BWV. 247 (1731).
Dat die Lukas Passion in Leipzig werd uitgevoerd, staat vast, maar of Bach de componist is, lijkt niet helemaal zeker. Misschien is het werk daarvoor te charmant; het heeft in elk geval een heel andere sfeer dan de andere passies. Het werk bestaat voornamelijk uit recitatieven en koren en het is licht georkestreerd. Er zijn twee sopraanaria’s, twee tenoraria’s, een altaria en een trio voor twee sopranen en alt, ruim dertig koralen en meer dan twaalf koren. Op het beginkoor ‘Furcht und Zittern’ na zijn de alle nogal kort.
Opnamen van deze passie zijn dun gezaaid en deze van Rehm kan er interpretatief mee door, maar maakt geen sterke indruk. Beter is het om uit de wijken naar Helbig (CPO 999.293-2) uit 1996. Er is zelfs een Nederlandse opname van Ellen Bollongino (s), Myra Kroese (a), Madelon Michel (ms), Marten Smeding (y), Nicolas Mans field (t) en Charles van Tassel (b) met de Christelijke oratoriumvereniging Baarn en het Nationaal filharmonisch orkest o.l.v. Thijs Kramer. Chr. Orat.Ver.Ba uit 1991 die me niet bekend is. Andere Lukas Passionen zijn er van Telemann en C.P.E. Bach.
En natuurlijk van de Grieks-Nederlandse componiste Calliope Tsoupakis (1963) die in 2008 tijdens het Holland Festival voor het eerst klonk en die hier verkort en beperkt tot de drie delen ‘Hymnos’, ‘Aria’ en ‘Pathos’ is vastgelegd. Voor het derde deel ‘Threnos’ was helaas geen plaats meer.
Het gaat om een compositie waarin de Westerse en de Oosterse muziek een symbiose aangaan. Het fundament is van de Grieks Orthodoxe kerk en een van de solisten, Ioannis Arvanitis vertegenwoordigd deze. De andere solisten zijn Palestijnse zangeres Raneen Hanna en de Nederlandse tenor Marcel Beekman. Voeg daarbij de ervaring die de componiste opdeed in het wereldje van Boulez, Feldman en Louis Andriessen. Dat geeft iets dubbels aan dit werk waarin archaïsche distantie tegenover hedendaagse expressie staat, byzantijnse liturgie tegenover muzikaal modernisme en de etnische vertolkers op ney, kemençe en qanun (die we als solo-instrument kunnen horen in de Suite voor qanun en strijkorkest van Behzad Abdi (Pardis Records PR- 16) tegenover de westerse zangers en instrumentalisten.
Aan de instrumentale kant vinden we behalve het Nieuw Ensemble drie instrumentalisten met Byzantijnse instrumenten en drie manlijke leden van het vocaal Egidius kwartet.