CD Recensies

TELEMANN: KLEINE KAMMERMUSIK

Telemann: Die kleine Cammermusik: Partiten nr. 1 in Bes TWV. 41/B1, 2 in G TWV. 41/g2, 3 in c TWV. 41/c1, 4 in g TWV. 41/g2, 5 in e TWV. 41/w1 en 6 in Es YWV. 41/Es1; Concert in b TWV. 33/a1. Andrea Coen (kl). Brilliant Classics 95683 (71’51”). 2018

Toen Telemann in 1712 werd aangesteld als kapelmeester en muziekdirecteur in Frankfurt nam zoals ook van hem werd verwacht zijn invloed in verschillende richtingen snel toe. Hij ging niet alleen muziek in eigen beheer uitgeven, maar ook werken componeren die voor de gegoede, thuis musicerende burgerij waren bestemd. Hij hield in deze werken goed rekening met de capaciteiten van zijn doelgroep, de beginnende en gevorderde amateur.

Daaronder bevindt zich een zestal Partita’s onder de titel Cleine Kammermusik voor 1 instrument met basso continuo die hij tussen 1716 en 1728 componeerde. Volgens de opdracht waren ze bij voorkeur voor hobo, maar eventueel ook voor viool of traverso voor. Die voorkeur voor de hobo kwam voort uit Telemanns bewondering voor het spel van François Riche. De muziek weerspiegelt goed de in die tijd opkomende mode van de galante, licht sentimentele affetuoso muziek als voorloper van het classicisme. Elke Partita bestaat uit een ‘Prelude’ en zes korte dansen of aria’s.

Rekening houdend met ’s componisten voorkeur voor de hobo, voldoet de opname die Paul Dombrecht (h), Wieland Kuijken (vdg) en Robert Kohnen (kl) (Vanguard 99716) maakten nog steeds het beste. Aardig is ook het gebruik van alle in aanmerking komende instrumenten bij Ferdinand Conrad (blokfl), Hans Martin Linde (fl), Susanne Lautenbacher (v), Helmut Winschermann (h), Johannes Koch (vdg) Hugo Ruf (kl) (Musicaphon M 51539) en de blokfluitversie is er van Martin Zürcher (blokfl) en Henriëtte Barbé (kl), (Jecklin J 4403-2).

In zoverre doet de nieuwe solo-opname van Andrea Coen wat kaal aan, hoe mooi hij ook speelt. Zijn Giulio Fratini instrument uit 2015 naar een dubbelmanuaal voorbeeld van Michael Mietje klinkt bijzonder fraai.