Telemann: Miriways TWV. 21/24. Markus Volpert (b., Miriways), Ulrike Hofbauer (s., Sophi), Julie Martin du Theio (s., Bemira), Gabriele Hierdeis (s., Nisibis), Stefan Zenkl (b., Murzah), Ida Aldrian (ms., Samischa), Susanne Drexl (ms., Zemir) en Ilja Werger (t., gezant) met L’Orfeo barokorkest o.l.v. Michi Gaigg. CPO 777.752-2 (2 cd’s, 2u. 26’41”). 2012
Telemann: Miriways TWV. 21/24. André Morsch (b., Miriways), Robin Johannsen (s., Sophi), Sophie Karthäuser (s., Bemira), Lydia Teuscher (s., Nisibis), Michael Nagy (b., Murzah), Marie-Claude Chappuis (ms., Samischa), Annett Frisch (ms., Zemir) Dominik Köninger (b., Geist, Scandor), Paul McNamara (t., gezant) met de Akademie für alte Musik Berlijn o.l.v. Bernard Labadie. Pentatone PTC 5186-842 (2 cd’s, 2u. 33’48”). 2019
In het libretto van Johann Samuel Müller voor de opera Miriways van Telemann uit 1728 (die meteen in de Oper am Gänsemarkt in Hamburg werd opgevoerd) wordt verhaald van de Pathaanse emir Mirways (1673 - 1715) die Perzië veroverde en zich in Isfahan vestigde. Na een stel complexe, natuurlijk vooral amoureuze intriges en onthullingen is er vanzelfsprekend een happy end. Een goede samenvatting daarvan is een hele opgave, maar de programmatoelichting helpt.
Er bestaan twee opnamen van het werk. De oudste is heel goed, de nieuwe is op een aantal punten beter. De belangrijke titelrol wordt gezongen door André Morsch die in dit soort repertoire voortreffelijk is: heel manlijk, maar zonder aanstellerij. De andere centrale rol van Sophi wordt heel fraai gezongen door Robin Johannsen die in haar voordracht goed charme en kwetsbaarheid toont. Sophie Karthäuser is een ideale Bemira en Michael Nagy weet met zijn stem ook goed te acteren als Murzah. Als Nisibis zingt Lydia Teuscher de aria ‘Komm, sanfter, Schlaft’ heel mooi. Ook Zemirs ‘Die Dankbarkeit’ van Annett Frisch behoort tot de hoogtepunten. Dat geldt ook voor de uitvoering van ‘gravement’ aan het slot van de tweede akte en het koor ‘Feuer! Feuer!’.
Men zou verwachten dat er gezien de plaats van handeling nogal wat slagwerk aanwezig is in het orkest, maar de componist zag daarvan af, afgezien van een tamboerijn aan het eind en volgde liever Italiaanse voorbeelden, waarin vooral fluiten en hoorns kleur aanbrengen.
Er valt veel te genieten, van compositie èn realisatie.