Tüür: Symfonie nr. 6 Strata; Concert voor klarinet, viool en orkest Noësis. Jörg Widmann (kl) en Carolin Widmann (v) met het Noords symfonie orkest o.l.v. Anu Tali. ECM 476.3799 (53’17”). 2009
Het is vrij ongewoon voor een neo-modernistische componist als de Est Erkki-Sven Tüür (1959) om zoveel van zijn werken ’symfonie’ te noemen, zoals ook weer met zijn Symfonie nr. 6 die in 2007 voor het eerst werd uitgevoerd. Maar evocatief en toepasselijk zijn die titels vaak wel. Ook in dit geval, waar de titel naar het geologische begrip van over elkaar liggende gesteentelagen verwijst. Zo ook in dit werk, waarin stevige geluidsblokken met contrasterende klankkleuren naast elkaar opdoemen daarna in een nieuwe context weer op te lossen.
Zo bevindt het muzikale materiaal zich in een continu proces van ontstaan en erosie, net als hij die steenlagen en word je als luisteraar meegezogen in dat wonderlijke, avontuurlijke klanklandschap. Zou hij dat hebben geleerd aan het begin van zijn muzikale loopbaan toen hij in een rockband speelde?
Dergelijke opeenstapelingen en de manier waarop ze zijn vormgegeven, zijn de basiselementen van veel van zijn muziek. Zijn vakmanschap is duidelijk, maar de harmonische ontwikkeling is vrij zwak.
Aanvullend is het dubbelconcert voor klarinet, viool en orkest uit 2005 opgenomen. De bijnaam is ontleend aan het psychologische begrip voor perceptie, leren en redenering. Hoewel het werd geschreven voor broer en zus Widmann, waren het Isabelle van Keulen en Michael Collins die er in Detroit met Neeme Järvi de première van gaven. Het is als een soort oefening is fusie, in samengaan waarvoor de solisten aan het begin het materiaal aandragen om dat vervolgens met het orkest nader te verwerken. Prachtig uitgevoerd, maar uiteindelijk met niet zo’n geweldige betekenis.