Tartini: Sonates voor viola da gamba en b.c. in g, Bes, Bes; Celloconcerten in A en D; Vandini: Celloconcert in D; Meneghini: Concertone terzo voor strijkers en b.c. Mario Brunello met de Accademia dell’Annunciata o.l.v. Riccardo Doni. Arcana A 478 (83’50”). 2019
De herdenking van de tweehonderdste sterfdag van Giuseppe Tartini bracht een stroom nieuwe opnamen voort. Daaronder deze met nu eens niet Vioolconcerten en Vioolsonates maar het twee Celloconcerten en drie triosonates voor viola da gamba. Onbekend, maar mooi materiaal dat niet veel mensen bij een eerste aanhoring aan Tartini (1692 - 1770) aan hem zouden toeschrijven.
Mario Brunelli is van vele cello(achtige) markten thuis (hij maakte ook een opname met werken voor violoncello piccolo) en geeft hier als waarschijnlijk eerste een heel plausibele vertolking van die Triosonates. De beide Celloconcerten zijn bekender; van dat in D maakte zelfs Rostropvich een opname (Teldec 9031-77311-2) aan de hand waarvan goed te horen is dat Brunelllo de gewenste oude stijl veel dichter benadert. Het mooist zijn steeds de langzame delen en Brunelli speelt die in Harnoncourts geest heel ’sprekend’.
Aardig is dat de werken van Tartini worden omlijst met een Vivaldi-achtig Celloconcert (het enige) van zijn goede, in Bologna (kraamkamer van de Italiaanse celloschool) geboren vriend Antonio Vandini (1691 - 1778) de vooral in Padua werkzaam was en in de jaren 1720 een biografie van Tartini schreef. Tartini’s beide Celloconcerten waren waarschijnlijk voor hem bestemd.
Bij het afsluitende Celloconcert van Giulio Meneghini (1741 - 1824) komen we een generatie later, maar het is een nogal ret retrogressief werk. De prachtig expressieve langzame delen van al deze composities blijven het langst in de herinnering.