Toch: Pianoconcert nr. 2 op. 38; Pianokwintet op. 64. Diana Andersen met het Filharmonisch Staatsorkest Halle o.l.v. Hans Rotman c.q. Diana Andersen en het Danel kwartet. Classic Talent DOM 292970 (68’31”). 2005
De in Wenen geboren Ernst Toch (1887 - 1964) was concertpianist en autodidactisch componist. Hij won in 1910 de Mendelssohn compositieprijs en ging drie jaar lesgeven in Mannheim. Zij vruchtbaarste jaren als componist begonnen in 1934 en dat gebeurde in diverse genres van opera, kamermuziek, concertante werken, symfonische stukken tot opera en filmmuziek.
Net als bijvoorbeeld Schönberg en Korngold verliet hij tijdig voor W.O. II Duitsland en vestigde hij zich ook in Californië waar hij met zijn Symfonie nr. 3 een Pulitzerprijs won in 1956.
Zijn Symfonie voor piano en orkest zoals het Pianoconcert nr. 2 eigenlijk heet, is uit 1933. Niet vermoedend wat in zijn vaderland op hem afkwam, is het eerste deel nog vol joie de vivre. De stijl komt in de buurt van Schreker en Hindemith met zelfs iets van Prokofiev, zeker in het tweede deel Lebhaft. Gelukkig geen ‘droog’ of moeilijk werk dus. Het laatste deel, Cyclus variabilis, is het langst en het boeiends met zijn rapsodische karakter; het eindigt met geheimzinnige tam-tam slagen. De Duitse première werd door de Nazi’s gefrustreerd, dus vond deze plaats in Londen o.l.v.Henry Wood.
Het concert wordt met gecontroleerde virtuositeit gespeeld door de Deens-Belgische pianiste Diane Andersen die heel attent door Hans Rotman wordt begeleid.
In sommige opzichten is het Pianokwintet uit 1938, dat pas in 1957 werd gepubliceerd nog interessanter. Het was besteld door mecenas Elizabeth Sprague Coolidge en is vol uitersten van sfeer en tempo. De delen dragen de titels ‘The lyrical part’, ‘The whimsical part’, ‘The contemplative part’ en ’The dramatic part’. Het werk heeft een gemengd romantisch en impressionistisch karakter en is enigszins in de geest van Zemlinsky en Weigl. Hier werkt Diane Andersen hecht samen met het Franse Danel kwartet ineen vertolking met mooi heldere contouren die bij afwisseling serieus en geestig is. Behalve het aandeel van Andersen vallen de cellobijdragen van cellist Guy Danel op.
Een slechte aantekening voor de slordige verzorging van de toelichting.