Tchaikovsky: Serenade voor strijkorkest in C op. 48; Elgar: Serenade voor strijkorkest in e op. 20; Mozart: Serenade nr. 13 in G KV. 525 Eine kleine Nachtmusik. Zürichs kamerorkest o.l.v. Daniel Hope. DG 483.9845 (63’10”). 2020
Tchaikovsky schreef zijn Serenade in 1880 met duidelijk een oor gericht op de Serenades van Mozart. De structuur is klassiek vierdelig en het werk begint in een vrij robuuste sonatevorm, compleet met langzame inleiding en volledige doorwerking. Die inleiding is belangrijk want deze keert nog een keer in volle glorie terug aan het eind van het werk. De wals vormt hierna een elegante bijdrage, de elegie heeft iets melancholieks en de finale is gebaseerd op een Russische volksmelodie. Dat zijn ook precies de indrukken die men krijgt bij deze opname van Daniel Hope, zelf violist.
Ruim tien jaar later, in 1892, schreef Elgar zijn Serenade voor strijkorkest. Een vrij bescheiden, maar heel charmante compositie. Het allegro piacevole klinkt in rustig tempo, doch ook veerkrachtig met mooi resultaat, het tere larghetto heel expressief en de finale erg luchtig. Zo krijgt Elgar precies wat hij nodig heeft en verdient.
De mooi gespeelde Nachtmusik van Mozart voegt daar nog wat vertrouwds aan toe. Het Kamerorkest uit Zürich toont zich van zijn zonnigste kant.