Thalberg: Opera fantasieën. Fantasieën op thema’s van Rossini’s Moise op. 33, op de Serenade uit Mozarts Don Giovanni op. 42, op het slotandante uit Lucia di Lammermoor op. 43 en Don Pasquale van Donizetti op. 67; Grand caprice op motieven uit La sonnambula van Bellini. Mark Viner. Piano Classics PCL 0092 (66’46”). 2015
Wat had ik daar graag bij willen zijn: het pianoduel tussen Liszt en Thalberg om hun superioriteit te bewijzen en publiciteit te genereren. Liszt speelde de Variaties over Pacini’s Niobe en Thalberg de Fantasie over Rossini’s Moise.
Over de identiteit van Sigismond Thalberg (1812 - 1871) bestaan twijfels. Hij werd in Zwitserland geboren als onechte zoon van prins Moritz Dietrichstein en barones Maria Julia Wetzlar von Plankenstein, hoewel zijn geboortebewijs vermeldt dat hij de zoon is van Joseph Thalberg en Fortunée Stein uit Frankfurt -am-Main. Over zijn jeugd is weinig bekend, mogelijk kreeg hij zijn eerste pianoles van zijn moeder, later studeerde hij bij Moscheles in Londen, later nog contrapunt bij Simon Sechter.
Dat kwam hem goed te pas bij het schrijven van Operafantasieën op bekende en vaak populaire operamelodieën waarmee hij in 1835 voor het eerst in Parijs optrad en de lof oogstte van Chopin. Zijn doorbraak kwam in 1836 en legde hem geen windeieren want het leverde hem 10.000 franc op.
We moeten bedenken dat de hoogtepunten uit opera’s waarop Stahlberg zijn Fantasieën baseerde goed bekend waren bij het muzieklievend publiek. Dat gold niet alleen voor het Hebreeuwse Slavenkoor uit Moise ‘Dal tuo stellato soglio’, maar ook voor ‘Deh! Non volerli vittine’ uit Bellini’s Norma en de overige bijdragen. Hij kreeg er de bijnaam ‘Old arpeggio’ van omdat hij zoveel arpeggio’s toepaste omdat hij dit drie-handen effect, waarbij de duimende melodie in het midden van de piano speelden en octaven of arpeggio’s dat bekleedden.
De Engelse pianist Mark Viner zette moedig zijn vingers in om deze werken van Thalberg van betekenis en waarde te voorzien en dat lukte hem bewonderenswaardig en meeslepend.