CD Recensies

TELEMANN: FLUITSONATES NR. 1-12, EIDSTEN DAHL

Telemann: Fluitsonates nr. 1-12 TWV. 41/C2. Caroline Eidsten Dahl (blokfl.), Kate Hearne (vc) en Christian Kjos (kl). Lawo LWC 1181 (64’11”). 2017
 
De fluit heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in het oeuvre van Telemann. Daar zijn twee redenen voor: de eerste is dat Telemann zijn meeste kamermuziek voor amateurs schreef. Deze opname lag drie jaar klaar om in januari 2020 te worden uitgegeven en bereikte me pas opnieuw een jaar later. Onder amateurs was de fluit erg populair destijds. De tweede reden was dat Telemann een voorkeur had voor de Franse stijl en dat in Frankrijk de fluit een heel populair instrument was. Het was daarom ook geen toeval dat hij de fluit een heel prominente rol gaf in zijn Parijse kwartetten.
Het gaat hier om mooie voorbeelden van de galante stijl die geïnspireerd zouden kunnen zijn door de verhandeling L’art de préluder van Jacques Martin Hotteterre ‘le Romain’ uit 1719 die een aantal Écos voor solofluite bevat. In overeenstemming met het begrip ‘fantasie’ zijn de stukken heel gevarieerd. Het aantal delen wisselt tussen de twee (nr. 1) en zeven (nr. 12); de meeste beginnen met een langzaam deel, behalve nr. 5 dat met een allegro start. De stijl is gemengd Italiaans en Frans en aan de galante kant, maar nooit oppervlakkig. Onderweg komen we menuet, sarabande, bourrée, gigue, gavotte, hornpipe en polonese tegen. Meteen beide eerste sonates zijn al heel melodieus.
De Noorse Caroline Eidsten Dahl (1980) die op door Nikolaj Ronimus en Luca de Paolis gebouwde blokfluiten speelt, vertolkt deze 12 Sonate à flauto solo als de kleine meesterwerkjes die ze zijn met veel panache en charme. In de langzame delen toont ze vervoering, in de snelle passie. Haar spel bevalt me net zo goed als dat van Ashley Solomon (Channel Classics CCS 40617) en beter als dat van Erik Bosgraaf (Brilliant Classics 93757) en Frédéric de Roos (Ricercar RIC 20595-2). Ze heeft de essentie van deze werken gevonden en zich die eigen gemaakt.