Tchaikovsky; Symfonie nr. 4 in f op. 36; Romeo en Julia. Boedapest festival orkest o.l.v. Iván Fischer. Channel Classics CCS SA 21704 (61’14). 2004
Het getuigt waarschijnlijk meer van lef dan van naïviteit van een klein label om anno 2004 nog eens dit tweetal reeds (te) veel opgenomen werken te registreren. Scepsis heerst dan ook bij de benadering van het eindproduct. Maar net als bij Rachmaninovs Tweede symfonie door Fischer wacht een positieve verrassing die menige ‘gewone’ opname naar het tweede of derde plan verwijst.
Opnieuw valt meteen bij de stoere, uitdagende inzet van de in nogal vlotte tempi genomen symfonie op, hoe spontaan en ‘als nieuw’ Fischer dit werk vrij kneedbaar aanvat. De romantische inhoud wordt niets tekort gedaan, de epischer momenten krijgen niet teveel aandacht. Het is een uitvoering in termen van vurig, stoer, vloeiend, niet te zwaar op de hand. Opvallend ook hoe Fischers Hongaarse topklasse orkest zo ‘echt Russisch’ kan laten klinken (gelukkig zonder saxofoonachtig vibrerende hoorns).
In Romeo en Julia vertelt de dirigent heel treffend Shakespeares verhaal na, niet te zwelgend in de liefdesmuziek, wel pittig in de dramatische momenten. Bijzonder is ook de royale dynamiekomvang die hier is gerealiseerd. Het hele resultaat is fonkelfris en getuigt van engagement en stijlbesef. Het klinkt gelukkig onder realistische zaalomstandigheden al lijken bijvoorbeeld hoorns en pauken wat teveel op afstand. Wie deze combinatie aanstaat, kan gerust zijn slag slaan. Anders de symfonie vergelijken met de opnamen van Jansons (Chandos) en Mravinsky (DG), Romeo met Dorati (Decca), Abbado (DG), Muti (EMI) en Solti (Decca).