Tchaikovsky: Vioolconcert in D op. 35; Korngold; Vioolconcert op. 35. Anne-Sophie Mutter met respectievelijk het Weens filharmonisch orkest en het Londens symfonie orkest o.l.v. André Previn. DG 474.874-2 (58’38”). 2003
Zo’n zestien jaar nadat ze onder de vleugels van Karajan in het Vioolconcert van Tschaikovsky haar jeugdige onbekommerdheid toonde, heeft ze hier haar onbevangenheid afgelegd en kennelijk ingewisseld voor een ietwat gekunsteld aandoende aura die best fascinerend is maar die niet noodzakelijkerwijs recht doet aan de muziek. De vroegere noblesse maakte enigszins plaats voor een zekere geaffecteerdheid. Ze gaf daar al blijk van in haar vertolkingen van Beethovens Vioolconcert met Masur (DG 471.349-2) en de Vioolsonates met Orkis (DG 457.618-2).
Wie van ‘ouderwets’ portamento houdt, komt hier aan zijn trekken. Vanzelfsprekend ontbreekt het haar niet aan temperament en techniek, alleen haar opvatting is wat kwestieus en dus boeiend voor een keer, maar met beperkte houdbaarheidsdatum.
In tegenstelling tot lp’s die letterlijk twee kanten van een medaille konden tonen, heeft een cd slechts één kant. Niettemin verandert het muziekbeeld totaal met de eerste verleidelijke inzet van het Vioolconcert van Korngold. Dat verdraagt juist heel goed een wat vrije, romantische aanpak. Mutter belicht ongegeneerd de vaak zoetelijke Hollywood achtergronden, maar brengt ook een hechte structuur aan tussen de opeenvolging van schitterende momenten zonder ordinair te worden. Ook hier is haar spel heel gaaf en doorleefd. Haar echtgenoot, Previn, is langzamerhand doorkneed in dit werk want hij begeleidde eerder ook Perlman (EMI) en Shaham (DG).
Wie geen aversie tegen filmmuziek heeft, kan gelukkig zijn met deze vertolking. Anders blijft de afstandelijker, puurder, abstracter Shaham de eerste keus. Gek wel dat DG binnen tien jaar tweemaal dat onbekende concert van Korngold uitbrengt.