Tchaikovsky: De notenkraker op.71 (compleet). Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Simon Rattle. EMI 631.621-2 (2 cd's, 87'24"). 2009
De notenkraker, gebaseerd op E.T.A. Hoffmanns verhaal over een klein meisje en haar Kerstcadeaus, werd geschreven aan het eind van Tchaikovsky's leven, maar het weerspiegelt niets van de ellende en de zelfhaat die de componist toen beheerste. In tegendeel: het ballet geeft een idee van de wereld zoals die er idealiter uit zou moeten zien. Petipa zal bij het ontwerp wel een belangrijke steun zijn geweest om de combinatie van fantasie en werkelijkheid gestalte te geven. Het werk bevat een aantal populaire melodieën van de componist zoals de Bloemenwals en de variatie van Fee Suikerboon, waarin de celesta als nieuw orkestinstrument voor het eerst naar voren komt.
De aanpak die Rattle van het werk heeft, laat een duidelijk symfonische- en pas op de tweede plaats een balletmatige visie horen. Sommige tempi zullen balletdansers wat te snel dunken. Maar die aanpak komt wel de cohesie ten goede en zo;n Rolls Royce behandeling door een van de beste orkesten ter wereld baadt dus in schoonheid. Ook de sfeertekening van de eerste akte vol huiselijke genoegens en van de tweede met de veelzijdige geneugten van Confiturembourg komen prachtig tot klinken. En Drosselmeyer houdt het allemaal keurig bijeen en in de greep. Hoogtepunt volgt op hoogtepunt in deze goed geregistreerde orkestrale de luxe uitvoering.
Maar alleenzaligmakend is deze uitgave niet. Ik zou niet graag zonder de uitgesproken Russischer visie van Gergiev uit 1998 willen zijn (Philips 462.114-2). Hij kreeg het werk met 81' op één cd, mogelijk is zijn opname nog verkrijgbaar. Andere geduchte rivalen blijven Mackerras (Telarc CD 8137, 2 cd's) en Dorati (Mercury 432.750-2, 2 cd's). Wie al een van die opnamen bezit, hoeft dus niet snel naar te vervangen.