CD Recensies

TCHAIKOVSKY: STRIJKKWARTETTEN NR. 1-3; KWARTETDEEL, STRIJKSEXTET

 

Tchaikovsky: Strijkkwartetten nr. 1-3; Strijkkwartetdeel in Bes; Strijksextet Souvenir de Florence in d op. 70. Klenke kwartet met Harald Schoneweg (va) en Klaus Kämper (vc). Berlin Classics BC 1650-2 (2 cd’s, 2u 32’23”). 2008/9

 

In de ogen en de orden van de Russische intelligentsia was kamermuziek bijna even triviaal als ballet, maar Tchaikovsky leverde ook op dit gebied voortreffelijk werk zonder te beschikken over een rijke inheemse traditie om hem daarin te steunen. Eerder steunt hij in zijn kwartetten op Brahms, maar het dominante karakter is toch zeer Russisch.

Zonder enige twijfel is Strijkkwartet nr. 1 in D op. 11 uit 1871 het aantrekkelijkste werk van de drie, op de hielen gevolgd door Souvenir de Florence. Dat eerste kwartet is in essentie lyrisch en vervuld van volksmuziek, maar gevrijwaard van overdreven melancholie en fatalisme. De populariteit van het werk berust in essentie op het ongelooflijk trieste Andante cantabile, dat mee daarom ook enorm populair werd en bleef.

Het werd zes jaar later als een soort proefstuk voorafgegaan door een los Adagio misterioso en drie jaar later gevolgd door het tweede kwartet dat de eenheid van nr. 1 mist en ook wat minder melodieus is. In het derde kwartet (1876) lijkt de componist te nadrukkelijk en wat vergeefs te hebben gestreefd naar originaliteit; het wordt bovendien te zeer gedomineerd door de eerste viool, waarschijnlijk als reactie op de dood van Laub aan wie het werk was opgedragen.

Over het sextet Souvenir kunnen we hier kort zijn: het is een feest voor het gemoed, zie verder de inleiding bij de aan het werk gewijde Vergelijkende Discografie.

Tot op heden was het ’t Borodin kwartet dat de Gouden Standaard vestigde en verdedigde. Allereerst met een opname uit de jaren zestig vorige eeuw (Chandos CHAN 9871/2), later met een in 1993 in Berlijn gemaakte opname (oorspronkelijk Teldec, thans Warner 2564-61774-2) met precies hetzelfde programma.

Hoe superieur die vertolkingen ook waren, ze kunnen worden geëvenaard zoals hier blijkt. De vier dames van het Klenke kwartet zijn uitstekend thuis in dit idioom en ze geven geweldig overtuigende en begripvolle interpretaties van al deze muziek. Niet toevallig komt het tweede kwartet er – zeker wat de middendelen aangaat – een fractie minder geïnspireerd vanaf. De muziek resoneert verder steeds op de vereiste manier, kent mooi intieme momenten, maar biedt vooral een enorme vitaliteit en spontaniteit. Daarenboven is alles keurig in balans. Een meesterlijke prestatie!