Takemitsu: Between tides; Landscape 1; Distance de fée; Rocking mirror; Daybreak; Hika; A way a lone. Ensemble Kaï. BIS CD 920 (61’28”). 1997
Het heel persoonlijke van Takemitsu is het beste waar te nemen in zijn kleinschalige werken waarin zijn doorzichtige klanken en subtiele kleuren een intense en verrassende indruk maken.
Het strijkkwartet A way lone (1980) en het pianotrio Between tides (1993) bieden een gulle klankwereld en zijn op een manier voor strijkers geschreven die aan Berg herinnert. De schijnbaar gelijkmatige voortgang van deze werken verbergt een subtiel gecontroleerde gradatie van de tempi.
Een zeldzamer karakter heeft het strijkkwartet Landscape (1961) dankzij een subtiel gebruik van herhaling en stilte. De musici krijgen verder de aanwijzing om geheel zonder vibrato te spelen.
Takemitsu heeft ook kamermuziek geschreven voor ongewonere instrumentcombinaties. Waves (1977) bijvoorbeeld, is een veel dramatischer werk voor klarinet, bastrom, hoorn en trombones. Het is een heel sfeervol werk met bop de achtergrond steeds die wat dreigende trom die zich nu eens luider, dan weer zachter laat horen. De andere instrumenten simuleren de nodige vitaliteit, vooral de klarinet die veel van een shakuhachi heeft. Aan het slot treden meer spookachtige geluiden op wanneer de uitvoerenden in de mond van hun instrument blazen.
De leden van het Kaï ensemble vormen uitstekende kleinere groepen die heel knap de allerbelangrijkste subtiele klanken realiseren en ze klinken prachtig.