CD Recensies

TCHAIKOVSKY: MANFRED SYMFONIE

Tchaikovsky: Manfred symfonie op. 58. Oslo filharmonisch orkest o.l.v. Mariss Jansons. Chandos CHAN 8535 (53’20”). 1986

 

Tchaikovsky: Manfred symfonie op. 58. Concertgebouworkest o.l.v. Riccardo Chailly. Decca 421.441-2 (55’37”). 1987

 

Tchaikovsky: Manfred symfonie op. 58; Ouverture De storm op.18. Russisch nationaal orkest o.l.v. Mikhail Pletnev. DG 439.891-2 (75’42”). 1993

 

Tchaikovsky: Manfred symfonie op. 58; De Voyvode in a op 78. Liverpool filharmonisch orkest o.l.v. Vasily Petrenko. Naxos. 8.570568 (68'46"). 2007

 

Tchaikovsky: Manfred symfonie op. 58; Liszt: Tasso S. 96. Nationaal orkest van de Franse omroep o.l.v. Constantin Silvestri. Testament SBT 1129 (78’20”). 1957

 

Tchaikovsky: Manfred symfonie op. 58. Londens filharmonisch orkest o.l.v. Vladimir Jurowski. LPO LPO 0009 (58’58”) 2004

 

Tchaikovsky schreef zijn Manfred symfonie naar het gelijknamige gedicht van Byron uit 1817 dat ook voor  Schumann aanleiding was voor een complete toneelmuziek  op. 115 uit 1852 voor sprekers, koor en orkest. Onder andere in volledigheid te beluisteren van Schønwandt (Kontrapunkt 32181) en Albrecht (Koch 31089-2).

Als een soort symfonie nr. 7 ontstond dit werk van Tchaikovsky in 1885, dus tussen de symfonieën nr. 4 en 5 in. Het werk bezit een stel heel pakkende momenten, maar is in wezen nogal vormeloos en leunt te zeer op zijn ‘grote melodie’, een op de gedachte van Berlioz voor zijn idée fixe gebaseerd motief. 

Byrons Manfred is een hoogromantische gekwelde figuur die door de Alpen zwerft geteisterd door dierbare herinneringen. Vergeefs tracht hij zijn ideaal, Astarte, terug te roepen.

In het tweede deel maakt hij kennis met het rustieke leven van Alpenjagers, in het derde krijgt hij een visioen van een Alpenfee in een regenboog en in het vierde is hij in een infernale orgie in de hel beland; daar hoopte hij Astarte terug te vinden, maar helaas aan het eind van het pandemonium sterft de ongelukkig gebleven Manfred.

Aan mooie uitvoeringen van het werk geen gebrek. Een chauvinistische voorkeur voor de Amsterdamse uitvoering van Chailly is gerechtvaardigd. Hij geeft de muziek gloedvol weer en de opname klinkt prachtig.

Jansons nam Manfred op in het kader van zijn complete opname der Tchaikovsky symfonieën en is op zichzelf mogelijk nog wat overtuigender. Pletnev zorgt voor een iets afstandelijker, maar wel heel verfijnde kijk op deze muziek en Jurowski verdeelt zijn krachten mooi over een ook geslaagde interpretatie.

Een onverwachte, indringende, in alle aspecten fraai gerealiseerde interpretatie als een aantrekkelijk goedkope oplossing biedt tenslotte bij wijze van geheime tip Petrenko.