Tartini: Vioolconcerten in e D. 55 op. ½, in F D. 60 op. 1/3, in D D. 15 op. 1/4, in F D. 58 op. 1/5, in A D. 89 op. 1/6, in a D. 111 op. 1/7, in A D. 91 op. 8/1, in F D. 59 op. 1/9, in G D. 71 op. 1/10, in A D. 88 op. 1/11 en in D D. 16 op. 1/12. Giovanni Guglielmo met Arte dell’arco. Dynamic CDS 160/1-3 (3 cd’s, 2u. 55’23”). 1996
Tartini: Vioolconcerten op. 2 nr. 1-6. Giovanni Guglielmo met Arte dell’arco. Dynamic CDS 190/1-2 (2 cd’s, 1u. 51’15”). 1997
Tartini: Vioolconcerten in D D. 21 ‘Il crudel’, in g D. 86, in G D. 72, in a D. 112. Giovanni Guglielmo met Arte dell’arco/ Dynamic CDS 196 (73’47”). 1998
Tartini: Vioolconcerten in e D. 56, in C D. 4, in F D. 63, in G D. 75. Giovanni Guglielmo met Arte dell’arco. Dynamic CDS 220 (73’32”). 1998
Tartini: Vioolconcerten in Bes D. 118 ‘Non sospirar, non piangere’, in F D. 61, in d D. 43, in C D. 1. Giovanni Guglielmo met Arte dell’arco. Dynamic CDS 239 (77’47”). 1999
Tartini: Vioolconcerten in d D. 44 ‘Ombra diletti’, in A D. 92, in G D. 74 en in A D. 93. Giovanni Guglielmo met Arte dell’arco. Dynamic DCS 245 (59’43”). 1999.
Tartini: Vioolconcerten in e D. 57, in D D. 16, in E D. 48 ‘Rondinella vaga e bella’ en in G D. 76. Giovanni Guglielmo met Arte dell’arco. Dynamic CDS 279 (62’46”). 1999
Tartini: Vioolconcerten in D D. 17, in A D. 90, in E D. 47, in Bes D. 116. Giovanni Guglielmo met Arte dell’arco. Dynamic CDS 355 (71’11”). 2000
Tartini: Vioolconcerten in F D. 70, in D D. 42, in A D.109, in Bes D. 123, in E D. 54, in d D. 45, in a D. 115, in C D. 13, in b D. 125 en in A D. 119. Giovanni Guglelmo met Arte dell’arco. Dynamic CDS 365 (2 cd’s, 2u. 05’23”). 2001
Tartini: Vioolconcerten in A D. 96, in D D. 22, in G D. 83, in A D. 94, in D D. 19, in Bes D. 117, in D D. 20 en in A D. 95. Giovanni Guglielmo met Arte dell’arco. Dynamic CDS 399/1-2 (2 cd’s, ). 2000, 2002
Tartini: Vioolconcerten in a D. 113, in D D. 40, in G D. 77, in F D. 70a, in D D. 23, in g D. 87, in C D. 14 en in D D. 41. Giovanni Guglielmo met Arte dell’arco. Dynamic CDS 445 (2 cd’s, 1u. 59’20”). 2002
Tartini: Vioolconcerten in C D. 9, in D D. 24, in A D. 97, in F D. 64, in A D. 106, in E D. 49, in Bes D. 122, in G D. 79 en in C D. 5. Giovanni Guglielmo met Arte dell’arco. Dynamic CDS 462 (2u. 05’49”). 2003
Tartini: Vioolconcerten in G D. 84, in A D. 105, in E D.50, in A D. 101, in D D. 26, in A D. 99, in F D. 67 en in D D. 39. Giovanni Guglielmo met Arte dell’arco. Dynamic CDS 485 (2 cd’s, 1u. 50’03”). 2004
Tartini: Vioolconcerten in C D. 7, in D D. 28, in G D. 78, in D D 34, in A D. 103, in A D.102, in F D. 68, in A D. 107, in D D. 33, in F D. 65 en in D D. 31. Giovanni Guglielmo met Arte dell’arco. Dynamic CDS 548 (2 cd’s, 2u. 20’57”). 2005
Tartini: Vioolconcerten in Bes D. 120, in C D. 8, in G D. 10, in D D.35, in A D. 100 en in E D. 52. Giovanni Guglielmo met Arte dell’arco. Dynamic CDS 591 (2 cd’s, 1u. 33’18”). 2007
Wat de concerten voor viool en strijkorkest van Tartini betreft, kunnen we rustig van massaproductie spreken: 200 stuks, geschreven tussen 1728 toen op. 1 in Amsterdam in druk verscheen waarvan er inmiddels zo’n 135 door Dynamic over 15 cd uitgaven met in totaal (als ik goed heb geteld) 23 cd’s. Waarschijnlijk geen sterveling zal het in zijn hoofd halen deze alle aan te schaffen, laat staan compleet te beluisteren. Maar op zichzelf is het goed dat dit alles een keer is vastgelegd, al is er veel een cent de el muziek bij. En kennismaking met één der uitgaven uit de reeks – doet er eigenlijk niet toe welke – is lonend.
Men moet wel heel erg idolaat zijn van de componist van de Duivelstriller sonate wil men al deze concerten willen aanhoren. Maar ….. niettemin geldt dat Tartini een nogal ondergewaardeerde componist is en dat hij zijn beste, hoogste troeven uitspeelt in de langzame delen van deze concerten. Probeer bijvoorbeeld het adagio uit het Concert in C D.2 ‘semai saprai’ of dat uit het concert in A D. 115, een heel gracieus intermezzo. Het aantrekkelijke van deze werken schuilt vooral in hun charme en frisse eenvoud. De snelle hoekdelen bevatten speelse melodische patronen, bij de langzame gaat het vooral om lyrische cantilenes voor de solist. Vergeleken met Vivaldi stond Tartini een wat grotere kennis van stilistische mogelijkheden ter beschikking.
De hele onderneming eiste doorzettingsvermogen en veel tijd van de uitvoerenden, maar Guglielmo is technisch, stilistisch en expressief heel goed tegen de solotaak opgewassen en evenaart aangename, zo niet overtreft eerdere, bescheidener pogingen met dit repertoire van Wallfisch (Hyperion CDA 67345), Toso (Warner 2564-60152-2) en Daskalis (Naxos 8.570222).
Ook de begeleiding klinkt mooi gepolijst en passend. De allegro’s krijgen gelukkig ook van alle betrokkenen iets atletisch.