CD Recensies

TALLIS: LAMENTATIONS OF JEREMIAH I EN II, E.A.

Tallis: Lamentations of Jeremiah I en II, Passiehymne; 2 Responsoria. Tenebrae Consort o.l.v. Nigel Short. Bene Arte SIGCD 901 (65’16”). 2013

 

Voorafgegaan door acht Gregoriaanse Hymnes voor de Passietijd en gevolgd door de Litanie na de lofprijzing op Witte Donderdag zoals die gelden in de traditie van de kathedraal in Salisbury met tussen de Lamentations twee responsoria, waaronder John Sheppard’s In manus tuas I zingt het hier uit vijf zangers bestaande Tenebrae Consort dat eerder opnamen met werken van Russische componisten en van Victoria’s Tenebrae maakte dit tweedelige hoofdwerk van Tallis.

Heel typisch Engelse muziek uit de laat-Renaissance. In de postreformatorische cultuur van beschuldigingen en opportunisme bleef Thomas Tallis trouw aan de R.K. moederkerk en bleef hij componeren voor opeenvolgende vorsten van zeer uiteenlopende religieuze stempel. Die delicate balans houding is terug te vinden in zijn muziek.

Toch is duidelijk dat Tallis’ hart vooral uitging naar het Latijnse, Katholieke werk en nergens is dat duidelijker dan in het tweedelige schema van de Lamentations, dat heel breed van opzet is en anticipeert op komende vernieuwingen. Kenmerkend zijn verder een zeer beheerste chromatiek voor de lange melismen op de Hebreeuwse letters die elk deel aankondigen.

Deze muziek gaat over een tijd van biecht en toewijding op kamerniveau, net als de missen van Byrd en met één stem per partij komen de horizontale en verticale lijnen zoals hier het beste tot hun recht. Wat dat betreft realiseert het Tenebrae Consort Tallis’ bouwwerk met verbluffend goede precisie en mooie expressie.

Natuurlijk waren er al heel wat meer opnamen van de Lamentations, o.m. heel mooie van het Hilliard Ensemble (ECM 833.308-2) en de Tallis Scholars (Gimmell CDGIM 025), maar daar werd het werk niet in het kader van vollediger, sfeerbepalende laatste eredienst van de dag geplaatst en de in net niet te galmrijke akoestiek van de All Hallows kerk in Londen ontstaat zo een heel in een passend, fraai kader.  

De koorleden munten individueel zowel als collectief uit in alle gradaties tussen Sprechstimme en echte zang, hun voordracht is doorleefd verhalend. Eenvoud weer eens als kenmerk van het ware.