CD Recensies

SCHOECK: PENTHESILEA, VENZAGO

Schoeck: Penthesilea op. 39. Yvonne Naef, James Johnson, Renate Behle, Susanne Reinhard, Stuart Kale, Cheyne Davdson, Imke Büchel met het Tsjechisch filharmonisch koor en het Bazels symfonie orkest o.l.v. Mario Venzago. PAN 510.118-2 (2 cd’s, 1u. 35’25”). 1999

 

Othmar Schoecks eenakter uit 1925 geeft het meest volledige en beste beeld van de Penthesilea mythe. Het werk is pakkend qua dramatische intensiteit en de sfeerschildering. Bij een vergelijking met Strauss’ Elektra delft het werk zeker niet het onderspit en de verwantschap tussen beider werken wordt al gauw duidelijk tot aan de klankschildering van oorlogsgedruis (verre kreten, trompetsignalen en al). De orkestratie is wat merkwaardig met tien klarinetten op verschillende toonhoogtes en slechts een handvol violen, maar wel weer met twee piano’s.

Bekend was de zaalregistratie van Gerd Albrecht tijdens het Salzburg Festival 1982 (Orfeo C 364941 B). Ook de nieuwere opname is ‘live’ en zo mogelijk nog intenser al zijn de solisten minder bekend. Yvonne Naef is verrassend treffend in de titelrol. Ze maakt van Penthesilea een elementaire natuurkracht die wordt gedreven door rudimentaire oerinstincten. Ze blijkt in staat om zowel een rustige fraaie toon als om boosaardige schreeuwen te produceren. Minder effectief is de Amerikaanse bas-bariton James Johnson als Achilles. Hij beschikt over de gewenste stentorstem maar zijn Duits is bepaald niet ‘Lupenrein’.

De verdere solistenbezetting is adequaat op een zich soms forcerende Renate Behle als Prothoe na.

Venzago’s betrokkenheid gaat zover, dat hij wat correcties in de partituur aanbracht (ritmische verschuivingen, dynamische retouches). Maar minstens zo belangrijk is dat hij de lastige wisseling tussen spreken zingen oploste door de geschrapte aanvoerster der Amazonen weer in ere te herstellen in de persoon van actrice Imke Büchel. Daardoor wint het werk aan duidelijkheid en zeggingskracht (en duurt het ongeveer een kwartier langer). 

Zo zijn twee opnamen ter beschikking die beide op een diverse manier behoorlijk recht doen aan dit werk.