Stravinsky: Vioolconcert in D W. 61; Prokofiev: Vioolconcert nr. 2 in g op. 63. Patricia Kopatchinskaja met het Londens filharmonisch orkest o.l.v. Wladimir Jurowski. Naïve V 5352 (51’04”). 2013
Gewoonlijk kiest men opnamen met beide vioolconcerten van Prokofiev samen. Dat is bijvoorbeeld gedaan door Shaham (DG 447.758-2) en Vengerov (Warner 0927-49567-2).
Maar er is best ook veel te zeggen voor een combinatie met een ander modern vioolconcert, zoals eerder door Mutter (DG 477.5376, met Bartók 2 en Dutilleux Sur la même accord) of Perlman (Warner 2564-61572-2, net als hier ook met Stravinsky).
Maar los van die mogelijke alternatieven: wat Patricia Kopatchinskaja hier voortovert is heel bijzonder. Met haar felle, doch goed beteugelde temperament speelt ze de wisselingen van stemming en textuur met veel contrast uit in het eerste deel. Ook de romantische melodiek tegenover de mechanische begeleiding van het tweede deel is mooi uitgewerkt. En in de finale
Vergelijk dat met de première opname van Heifetz en Koussevitzky (Biddulph LAB 018) die veel uniformer klinkt. Eerder moet de Moldavische zich meten met Janine Jansen (Decca 478.3546) die grappig genoeg met hetzelfde Londense orkest en dezelfde dirigent werkte in haar opname uit 2012, maar Kopatchinskaja gaat daarin een stapje verder.
Die tendens tot nader speuren naar en dieper realiseren van contrasten zet zich in het Stravinskyconcert voort. Dat blijkt na vergelijking met de andere, mooiste gangbare vertolkingen door Mutter en Chung (Decca 425.003-2). Opnieuw fijne, soms onverwachte wisselingen van streken en verrassende kleuren, niet zelden met een improviserend element.
En dan is daar als verrassing nog op een aparte track een eigen cadens van de violiste als aanvulling op een niet bestaande. Moet het nog nader betoog dat dit een fantastische cd is omdat ook begeleiding en opname zeer to the point zijn?