Schumann: Vioolsonate nr. 2 in d op.121; Strauss, R.: Vioolsonate in Es op.18. Noé Inui en Vassilis Varvaresos. Navis Classics NC 15004 (63’05”). 2015
Opvallend is hoe sinds enige jaren de drie vioolsonates van Schumann in de belangstelling zijn komen staan en hoeveel opname daarvan de afgelopen tijd zijn verschenen. Lang golden de werken ten onrechte als vrij inferieur omdat ze uit de laatste levensfase (1851) van de geestelijk gehandicapte componist stammen. Een volle textuur waarin de viool vooral is belast in het midden- en lage register, een zekere grauw, eentonig valt samen met een soort obsessieve herhaling van sommige ritmen en motieven in die analyse. Onlangs werd de sonate nr. 2 nog ‘saai’ genoemd in een tv programma waarin Simone Lamsma een deel speelde nadat haar opname was verschenen (Challenge CC 72677).
Maar is dat strenge oordeel fair? Als je de beste vertolkers van het werk hoort – en dat zijn er vele – ga je daaraan twijfelen of het zelfs ontkennen. Tot die ‘beste vertolkers’ behoren onder meer Kremer en Argerich (DG 419.235-2). Tetzlaff en Vogt (Ondine ODE 1205-2), Faust en Avenhaus (CPO 999.597-2), Nikolic en Le Sage (Alpha 121, 2 cd’s) en misschien wel bovenal Widmann en Várjon (ECM 476.6744).
Waar het logisch is om de drie sonates op één cd te concentreren, zoals bij laatstgenoemden Tetzlaff en Faust, is er ook best wat te zeggen voor een andere combinatie, zoals door Lamsma (Janáček) en hier door Inui (Strauss).
Wie deze laatste combinatie aangaat, kan met de Navis uitgave rustig zijn gang gaan. Meteen al de langzame inleiding getuigt van een zeer nauwkeurige, frisse benadering van het geschrevene die samengaat met een verbeeldingsvolle opvatting waarin het derde deel nu eens niet kil klinkt.
Wel bestaan natuurlijk ook andere, erg goede opnamen van de Strauss sonate in weer andere koppelingen. Bijvoorbeeld van Repin en Berezovsky (met Stravinsky en Bartók, Erato 8573-85769-2) en beter nog Chung en Zimerman (met Respighi, DG 427.617-2). Maar ook het duo op de verse cd verleent de muziek intensiteit en vaart zonder de lyriek tekort te doen. Dit is dus ook een welkome aanwinst, vooral ook dankzij de koppeling.