CD Recensies

SHOSTAKOVITCH: CELLOCONCERTEN NR. 1 EN 2, CAPUÇON

Shostakovitch: Celloconcerten nr. 1 in Es op. 107 en 2 in G op. 126. Gautier Capuçon met het Mariinsky orkest St. Petersburg o.l.v. Valery Gergiev. Erato 08256-4606973 (67’01”). 2014

De situatie van de beide celloconcerten van Shostakovitch is grofweg vergelijkbaar met die vanb zijn beide vioolconcerten: het eerste concert is vaak te horen in de concertzaal, maar het tweede een stuk minder. Maar waar de gedurfde ambities van het eerste vioolconcert duidelijk de eerder als understatement naar voren komende kwaliteiten van nr. 2 overschaduwen, maken  de wat teruggeschroefde dubbelzinnigheden van het concert nr. 2 uit 1967 het concert tot een heel wat rijker werk dan het opwindende en effectieve eerste concert dat acht jaar eerder ontstond. In de woorden van Mstislav Rostropovich die beide werken inspireerde: “in termen van virtuositeit mag het tweede concert dan wat minder frapperen, maar qua dieptewerking is het beter”.

Van de combinatie van beide werken moeten we natuurlijk in eerste instantie terug naar een oudere Russische opname van Rostropovich (EMI 572.020-2). Maar er zijn veel meer opnamen waarin het tweetal werken is gecombineerd. Te noemen vallen Mørk (Virgin 545.145-2), Schiff (Philips 475.7575), Kliegel (Naxos 8.550813), Thedéen (BIS CD 626), Müller-Schott (Orfeo C 659-081 A) en Noras (Warner 0927-40604-2).

Geconfronteerd met zoveel doorgaans erg goede voorgangers, kun je je afvragen in hoeverre deze nieuwe uitgave veel zin heeft. Maar bij herhaald luisteren geeft de cd steeds meer waardevolle kanten prijs. De opnamen ontstonden zonder dat grote onderlinge verschillen hoorbaar zijn in de Parijse Salle Pleyel en een half jaartje later in het Mariinsky theater in St. Petersburg. 

Capuçon speelt het eerste concert met de vereiste virtuositeit, maar ook elegant en gevoelig, zeker in het overpeinzende moderato en de nogal duitstere grootse cadens. Hier is hij erg assertief en energiek. In het tweede concert slaat hij een meer introspectieve en enigmatische toon aan.

Maar veel eer komt ook toe aan Gergiev en het orkest voor de indringende, stimulerende uitwerking van hun wezenlijke aandeel.

Een favoriet stel uitvoeringen benoemen valt zwaar, maar het zijn vooral Rostropovich (met Rozdestvensky) Müller-Schott (met Kreizberg) en Capuçon die waarschijnlijk op termijn de beste indrukken nalaten.